Vrijheid, blijheid | B.F. Skinner - Beyond Freedom and Dignity
Omdat vrijheid zo belangrijk is, wordt ze vaak zozeer overschat dat ze zichzelf in gevaar brengt. Onlangs nog bleek uit een enquête dat de helft van de Vlamingen de veiligheidsgordel niet omdoet, onder meer omdat de gordel als een vrijheidsbeperking wordt ervaren. Bij een ongeval vertaalt die denkbeeldige vrijheid zich in meer kans op verminking en dood, zware kosten voor de maatschappij. De oplossing ligt nochtans voor de hand: auto's die pas starten als de veiligheidsgordel op een bepaalde manier is bevestigd (en stilvallen als dat niet meer het geval is). Maar het komt er niet van, in naam van de vrijheid, zoals ook nog altijd auto's worden geproduceerd die 200 per uur kunnen terwijl je nergens harder mag dan 120/130.
Een rood licht is een beperking van de vrijheid om met enige regelmaat te botsen. Sommige zaken kun je beter niet overlaten aan individuele vrijheid, al is dat vaak makkelijker en lijkt het minder duur dan bijvoorbeeld op staande voet de dodehoekspiegel verplicht stellen. Levensgevaarlijke situaties en gedrag moeten zoveel mogelijk beperkt worden door situaties zo te veranderen dat fout of slecht handelen bemoeilijkt wordt, zichzelf bestraft. Snelheidsbeperking niet overlaten aan de vrije wil, maar afdwingen door situationele ingrepen, verkeersdrempels, rotondes, snelheidsbeperkers.
Behaviorisme
B.F. Skinner (1904-1990), de even invloedrijke als controversiële Amerikaanse gedragspsycholoog, zou het hier roerend mee eens geweest zijn. Skinners merkwaardige mens- en wereldbeeld mag dan grotendeels achterhaald zijn, veel van zijn ideeën zetten nog steeds aan tot kritische reflectie.
De man wordt vooral herinnerd om zijn experimenten met ratten en duiven, proeven die aantoonden dat (veel) gedrag wordt bepaald door omgevingsfactoren. In de Skinner box, een experimenteel hok, kregen rat en duif snel door dat als ze op een pedaaltje drukten voedsel tevoorschijn kwam. Verder onderzoek leerde hoe positief of negatief bekrachtigd gedrag in stand gehouden wordt of, met andere woorden, hoe gedrag geconditioneerd, gemanipuleerd kan worden door er bepaalde stimuli aan vast te koppelen.
Volgens Skinner worden ook mensen volledig door omgevingsfactoren bepaald; enerzijds de erfelijke bagage eigen aan de menselijke soort (ontstaan door natuurlijke selectie, dus in wisselwerking met de omgeving), anderzijds de fysieke en sociale omgeving van de enkeling. Skinner had geen boodschap aan traditionele verklaringen van gedrag, in termen van geestestoestanden, gevoelens of karaktertrekken. Gevoelens zag hij als louter bijproducten van gedrag, de geest als een verklarende fictie. We hebben geen lichaam, we zijn het.
Aangezien gedrag het product is van zijn gevolgen, moet niet de mens, maar zijn omgeving verbeterd worden. Skinner wou met behulp van gedragstechnologie een wereld ontwerpen met een minimum aan afkeurenswaardig gedrag en straf. Een beschermde omgeving, zeg maar, zoals die ontworpen voor baby's en mentaal gehandicapten. Om te voorkomen dat mensen verder het slachtoffer worden van hun goede bedoelingen en onkunde, moeten deskundigen de omgevingsfactoren programmeren. Op de vraag wie de gedragstechnologie zal uitdokteren en gebruiken, met welk doel en op basis van welke criteria, gaf Skinner geen bevredigend antwoord.
Homunculus
We staan ook nog nergens, besefte hij. Zelfs gedragswetenschappers blijven menselijk gedrag toeschrijven aan innerlijke factoren, één of meerdere instanties in de mens, een moderne versie van de homunculus of van de demonen die de mens ooit beheersten. Nog altijd steelt de geest de show.
En mensen zijn tégen gedragstechnologie, ze tast hun vrijheid en waardigheid aan. Zonder vrijheid geen verantwoordelijkheid, zonder verantwoordelijkheid geen waardigheid. Wie niet verantwoordelijk is voor zijn gedrag, kan er niet meer om geprezen of bewonderd worden. Radicaal behaviorisme bedreigt het flatterend zelfbeeld van de mens.
De vrijheidsideologie gehoorzaamt aan rare regels. Hoe onzichtbaarder de oorzaken van (positief beoordeeld) gedrag, hoe groter de lof en bijval. Gedrag dat goed betaald wordt of uit dwang voortkomt, wordt minder geprezen dan gratis gedrag of gedrag dat ingaat tegen dwang, verzet in oorlogstijd bijvoorbeeld. Uit het hoofd rekenen wordt sterker gewaardeerd dan dezelfde som op papier (denk ook aan verzet tegen rekenmachines, computers, het internet). We staan in bewondering voor het onverklaarbare, het ogenschijnlijk onveroorzaakte. Hoe minder we van een bepaald gedrag begrijpen, hoe groter onze bewondering.
De traditionele concepten van vrijheid en waardigheid moeten worden herzien. Ze hebben een belangrijke rol gespeeld in de strijd tegen tirannie, onderdrukking en discriminatie, maar nu remmen ze de gedragstechnologische vooruitgang af. Doordat vrijheid steeds weer omschreven wordt in termen van mentale toestanden, zag en ziet men voorbij aan minder opvallende onderdrukkingstechnieken en heeft men er dus weinig verweer tegen. Mensen worden niet langer tot dwangarbeid verplicht, maar beloond, ze krijgen een loon en consumeren. Als je in plaats van een bijkomende belasting een nationale loterij organiseert, stuit je op weinig verzet, ook al worden dan de minst kapitaalkrachtigen het zwaarst belast.
Doordat enerzijds de vrijheidsfilosofie elke vorm van controle heeft getaboeïseerd, en anderzijds een maatschappij niet zonder controle kan, wordt er doorgaans alleen in afgezwakte of verhulde vorm gecontroleerd. Mede daardoor wordt veel gedrag nog altijd door negatieve prikkels in banen geleid, verboden en straffen. Die toch wel ernstige vrijheidsbeperkingen worden merkwaardig genoeg mee in stand gehouden door de voorvechters van vrijheid en waardigheid. Niet zelden wordt de kans op minder straf afgewezen omdat er dan alleen werktuiglijke goedheid zou overblijven. Zonder vrijheid geen morele strijd, geen helden, geen bewondering!
Skinner probeert de tegenstanders van gedragstechnologie te paaien. De regenboog is er niet minder mooi op geworden omdat Newton hem heeft doorgelicht. Ook het bestuderen en analyseren van de mens verandert niets aan zijn verwezenlijkingen, ze blijven bewonderenswaardig, 'als een storm op zee, bladeren in de herfst of een ondergesneeuwde bergtop'.
De pot op
Hoeveel (on)vrijheid kan een mens aan? Stel dat gedrag volledig gedetermineerd zou zijn, dan nog zouden de meeste onder ons er de voorkeur aan geven zich minstens af en toe vrij te voelen. Waarschijnlijk kunnen we niet zonder vrijheid(sgevoel), zonder lof, bewondering, beloning, verantwoordelijkheid en dus ook niet zonder... blaam en straf. Of zou u ermee instemmen altijd het ware te denken, altijd het goede te doen, als dat zou inhouden dat u gereduceerd wordt tot een mechanisme dat dagelijks opgewonden moet worden? Het is zeer de vraag of mensen van vlees en bloed zich gelukkig zouden voelen in de geplande en gestuurde maatschappij die Skinner ontwierp in zijn utopische roman Walden Two(1948).
Menselijk leren en gedrag zijn vaak complexer dan Skinner aannam. Trouwens, ook bij andere dieren loopt niet alles altijd volgens de regels van het behaviorisme. Neem die chimpansee die snoep kreeg telkens als ze in een pot urineerde. Anders dan voorspeld, ging ze niet méér maar vaker plassen, kwestie van de beloning te maximaliseren. En toen de urine op was, spuugde ze in de pot.