Second opinion | Geneeskunde op de pijnbank
Jerome Groopman is een wereldvermaard kanker- en aidsspecialist, meer onderzoeker dan arts. Hij bepaalt zelf hoeveel en welke patiënten hij ziet, alleen ongewone gevallen. Vanuit die bevoorrechte positie denkt hij kritisch na over tekortkomingen en evolutie van de (Amerikaanse) geneeskunde, hoe die arts en patiënt met nieuwe keuzes en verantwoordelijkheden confronteren. Zijn bevindingen zet hij in Second opinion uiteen, aan de hand van boeiende gevalstudies.
De Amerikaanse gezondheidszorg is overgereguleerd. Dat is ten dele een begrijpelijke reactie op de kosteninflatie en verspilling uit het verleden, maar de slinger is te ver in de andere richting doorgeschoten. Amerikanen die bij een middelgroot bedrijf werken, vallen onder de ziekteverzekering die de onderneming lopen heeft bij een Health Maintenance Organization. Deze HMO's sluiten contracten af met artsen die er zich toe verbinden zo goedkoop en efficiënt mogelijk te werken. Veel patiënten per uur en zuinig omspringen met alle voorzieningen. De behoeften van de patiënt en het oordeel van de individuele arts staan niet langer voorop. Of iemand verder onderzocht en behandeld wordt, hangt af van statistische gegevens over grote patintengroepen. Blijkt daaruit dat een bepaald onderzoek of behandeling maar in een paar procent van de gevallen helpt, dan is niets doen rendabeler.
Dit soort zorgverlening werkt maar goed in standaardsituaties. Zolang je gezond bent is alles prima. Bedrijven en werknemers geven minder uit aan ziekteverzekering. Maar wie ernstig ziek wordt is "overgeleverd aan de genade van de markteconomie, waar alles wordt afgemeten naar dollars, niet naar kwaliteit of een zorgzame behandeling". Deze fabrieksgeneeskunde ziet de patiënt niet langer als individu, houdt geen rekening met wat buiten de norm valt. Ook in Europa evolueren we langzaam maar zeker in dezelfde richting. Dat terwijl in de VS, als reactie op de achteruitgang van de dienstverlening, het negeren van individuele waardigheid, het gebrek aan therapeutische vrijheid en de frustraties van artsen en verpleegkundigen, een tegenbeweging op gang is gekomen.
Groopman benadrukt de rol van toeval en intuïtie bij medische beslissingen. Als arts mag je nooit denken dat je de situatie volledig onder controle te hebben. Sinds hij als jonge dokter, met een grenzeloos geloof in een alles oplossende geneeskunde, een overbodige rugoperatie onderging die hem met een blijvende handicap opzadelde, is Groopman heel wat bescheidener geworden. Nu huldigt hij de stelregel: 'Niet zomaar iets doen als je het niet zeker weet, beter even afwachten'. Dat geeft een onbevredigend gevoel, je gaat in tegen het motto van de medische opleiding dat "het heiligschennis is geen gebruik te maken van de krachtige technologieën die voorhanden zijn", patiënten willen dat er iets gebeurt, geef een pilletje, doe een onderzoekje.
Een getalenteerd en evenwichtig arts moet kunnen toegeven dat hij iets niet weet, zich vergist heeft, een fout gemaakt heeft. Maar de meesten krijgen dat niet over de lippen, ze willen als overwinnaar uit de strijd komen en patiënten hebben ook geleerd dat te verwachten.
Artsen stuiten meer dan eens op de grenzen van hun kennis, soms moeten ze keuzes maken waarvan ze de gevolgen niet kunnen voorspellen. Toen een dodelijk zieke patiënt van Groopman niet mocht deelnemen aan een experiment naar bijwerkingen van een nieuw geneesmiddel, waren ze daar allebei het hart van in. Voor dergelijke door farmaceutische firma's bekostigde onderzoeken, staan vaak zoveel mensen in de rij dat erom geloot wordt wie proefkonijn mag zijn. Groopmans cliënt moest vrede nemen met een ouder product waarvan men dacht dat het niet erg werkzaam was. Als bij wonder genas hij tochf, terwijl het experimentele middel niet bleek te werken en de proefpersonen bij gebrek aan efficiënte behandeling achteruitgegaan waren.
Aan "elke klinische ingreep is een bepaalde mate van onzekerheid en dus bepaalde risico's verbonden", arts en patiënt moeten waakzaam zijn en blijven. Patiënten moeten zich minder laten intimideren, assertiever worden. Altijd een volledige en duidelijke uitleg eisen, "in de geneeskunde is niets zo mysterieus of technisch dat het niet aan een leek kan worden uitgelegd ... Als zo'n uitleg niet wordt gegeven, is er reden voor bezorgdheid".
Inzien dat je ook als patiënt verantwoordelijkheid draagt. Bij ingrijpende geneeskundige behandelingen en ingrepen meerdere bronnen raadplegen. Altijd om een second opinion vragen, de mening van een of meerdere andere specialisten. Doe dat in overleg met de al geraadpleegde arts(en), twee weten meer dan één. De vrees hun ego te kwetsen mag geen hinderpaal zijn voor betere zorgverlening. Het zal niet altijd in goede aarde vallen, en de kans bestaat dat de specialisten het niet eens worden zodat je toch zelf de knoop moet doorhakken.
Second opinion bestaat uit vlot leesbare, levensechte verhalen, tot en met dialogen. Wel veel details, zoals de bouw van de personen die Groopman ontmoet, de kleur van hun ogen, of dat zijn vrouw met gekruiste benen zat terwijl ze hun zieke zoontje wiegde, de tekst van het liedje dat hij voor hem zong... Af en toe bekroop me het gevoel verzeild te zijn in een goeie doktersroman. Maar wie belang stelt in een kritische kijk van binnenuit moet dit boek beslist lezen. Alleen zware hypochonders laten het beter aan zich voorbijgaan.
Want het is een ontnuchterend boek. Groopman windt er geen doekjes om: "Geen enkele test voor een diagnose is zonder gebreken. Geen enkel medicijn is zonder bijwerking, of die nu algemeen bekend is of zich alleen in speciale gevallen voordoet. Geen enkele prognose biedt een exact beeld van de toekomst". Er worden zoveel medische fouten gemaakt, dat er cursussen risicobeheersing worden georganiseerd om artsen te leren hoe ze zichzelf en hun HMO kunnen indekken. Die medische fouten zijn doorgaans het gevolg van onzorgvuldig luisteren naar patinten, slechte communicatie bij het medisch personeel, therapeutische hardnekkigheid, trots en oververmoeidheid van de geneesheer.
Zeker, je vertrouwen in de geneeskunst wordt aangetast. Dat kan ook geen kwaad, het is meestal toch te groot. Als kwetsbaar en afhankelijk patiënt ben je maar beter op je hoede, zonder daarom in paranoïa te vervallen.