Moraal als recht | Recht en moraal

Een samenleving kan niet zonder gedragsregels. Op de juiste manier eten, niet neuspeuteren in gezelschap, hand voor de mond bij het geeuwen, met twee woorden spreken, buigen voor autoriteiten en ze niet als mens aanspreken maar als ‘edelachtbare’, ‘uwe hoogheid’ of ‘sire’. 

Van fout naar goed en kwaad. Niet liegen, lasteren, stelen of moorden (dus ook geen abortus of hulp bij zelfdoding). Behandel anderen zoals je door hen behandeld wilt worden. 

Wie de aan een bepaalde maatschappij en tijd gebonden morele regels en geboden onvoldoende in zich opgenomen heeft of met voeten treedt, wordt uiteindelijk beoordeeld door autoriteiten, mensen uit zogenaamd hogere en betere kringen. Om hun oordeel kracht bij te zetten beriepen ze zich in doorgaans vroeger tijden op hogere krachten, goden en geboden, absolute heersers (theocratie, absolutisme, politieke dictatuur…). In wat wij nu de moderne tijd noemen, deed en doet men hoger beroep op Volk, Staat of Natie.

In alle staten

Op het Salon van Sisyphus nam Eddy Bonte op 9 mei het Internationaal Strafhof (ICC, Den Haag) op de korrel naar aanleiding van het arrestatiebevel tegen Ruslandpresident Vladimir Poetin. Het Hof acht hem samen met de Russische ombudsvrouw voor kinderrechten, Maria Lvova-Belova, verantwoordelijk voor de deportatie van minstens zesduizend kinderen uit door Rusland bezet Oekraïens gebied.

Volgens Bonte werkt het Strafhof in een rechtsstaatkundig vacuüm, spreekt het daarom van individuen in plaats van burgers, verwart het recht en moraal en treedt het ook het rechtvaardigheidsprincipe met voeten.

Het Strafhof zou in een vacuüm opereren omdat het niet op een staat teruggaat en dus niet van burgers spreken kan (burger: inwoner van een stad, lid van een staat). Dat sinds de oprichting van het Internationaal Strafhof in 2002 goed 120 naties het statuut van dat Hof hebben ondertekend en ‘verdragsstaat’ zijn, is voor Bonte van geen tel. Hij noemt het strafhof niet meer dan een pact van staten die ‘geen staatkundige entiteit’ vormen en dus niet kan/mag oordelen over burgers van staten die het verdrag niet geratificeerd hebben, in casu Poetin en Rusland. 

Te vrezen valt dat met dergelijke criteria flink wat internationale instellingen en instanties elk spreek- en bestaansrecht verliezen, bijvoorbeeld de Europese Unie, de NAVO, UNESCO, de Raad van Europa, het Rode Kruis, etc…

Valt niet veeleer te betreuren dat het onmogelijk is een door álle staten erkende instantie in het leven te roepen die elke oorlog op staande voet een halt toeroept, desnoods door die – paradoxaal genoeg – gewapenderhand tot de orde te roepen? Het Internationaal Strafhof is een doekje tegen dat bloeden, maar de oordelen die het velt, hoe selectief die ook vaak zijn, hebben een grote symbolische waarde.

Moralen

Volgens Bonte velt het Strafhof met de veroordeling van de president van Rusland (een land dat het Strafhof niet erkent, net zomin als de VS) naar slechte gewoonte een puur moreel oordeel ‘en begaat het zo een kapitale fout: rechtspraak gelijkstellen met moraal, de wetsovertreding doen samenvallen met zonde’. 

Die verwarring van recht en moraal is volgens Bonte ‘in onze christelijke traditie’ een oud zeer, met als voorbeeld het vroegere abortusverbod in België op ‘basis van één moraal voor allen’, namelijk de katholieke. Ook in de rest van zijn betoog blijkt dat Bonte ‘moraal’ verwart met ‘één moraal’, in casu de katholieke. Het gaat dus geenszins om ‘rechtspraak gelijkstellen met moraal’, laat staan ‘de wetsovertreding doen samenvallen met zonde’. De gruwelen die onder het gezag van Poetin in Oekraïne gepleegd worden, zijn toch iets anders dan zonde of een overtreding van morele regels? 

Moraal is geen recht, maar moraal ligt wel aan de basis van het recht. Recht verheft morele waarden, normen en idealen tot wet. In principe wordt al wie die waarden schromelijk met voeten treedt, ter verantwoording geroepen. De rechtspraak is idealiter onpartijdig en verandert mee met veranderende waarden, normen en idealen. Verabsolutering van staat en recht is uit den boze.

Kromspraak

Moraal en recht zijn mensenwerk en dus feilbaar. Niet alle misdrijven komen voor de rechter en rechters zijn niet altijd onpartijdig. Machthebbers als Netanyahu, al-Assad, Weinstein, Trump, Fox News en tutti quanti treffen financiële schikkingen voor ze ooit voor een rechtbank moeten verschijnen. Gebeurt dat toch dan worden ze doorgaans minnelijker beoordeeld dan de doorsnee sterveling. De kans voor een rechter te verschijnen en veroordeeld te worden is omgekeerd evenredig met de sociale, politieke status en macht van de persoon of instantie in kwestie.

Hardt het hart 

Bonte wekt de indruk dat de huidige Belgische abortuswet niet langer met moraal, maar alleen met recht en met een versteende moraal te maken heeft. Hij gaat voorbij aan het feit dat ook de legalisering van abortus gebaseerd is op bepaalde morele, zogenaamd vrijzinnige waarden. Het is een ander debat, maar toch een voorbeeld om dit iets te verduidelijken. De huidige wet bepaalt dat abortus niet meer mag na een bepaalde termijn van zwangerschap. Dat point of no return wordt onder meer bepaald door aannames als ‘een kloppend hart’ (of wat erop lijkt), mogelijke pijnervaring bij de foetus. Pijn vermijden is een belangrijke waarde. Maar vanzelfsprekend is dat niet. We gaan er vaak dubbelzinnig tot hypocriet mee om. Waarom mag iemand die ondraaglijke en niet te verhelpen pijn lijdt niet zonder meer geëuthanaseerd worden? Waarom is hulp bij zelfdoding zelfs dan strafbaar? Waarom hebben (bepaalde?) dementerenden geen recht op euthanasie? Waarom is mogelijke pijn van de foetus belangrijker dan de ondraaglijke pijn van een kind of volwassene? En wat met het leed en de pijn van andere ‘mensensoorten’ in koloniale tijden, hier en nu in derde en vierde wereld, ons wegkijken van leed en dood van ontelbare vluchtelingen? Om maar te zwijgen van het onnoemelijke leed dat we andere diersoorten berokkenen om ze met smaak te verorberen. Werk aan de winkel!

Menselijkheid

Bonte noemt het ‘op zijn minst hypocriet om de oorlog niet te veroordelen, maar wel de impliciete, onontkoombare gevolgen, zoals lichamelijke en geestelijke schade, diefstal of de vernietiging van niet-militaire doelwitten’. Toppunt van de hypocrisie is volgens Bonte dat ‘de oorlog zelfs normaal bevonden’ wordt, ‘men geen burgers mag folteren of verkrachten’ maar wel ‘net zoveel soldaten ombrengen als men wil’. Het rechtsbegrip ‘misdaden tegen de menselijkheid’ doet hij af als Ersatz voor de rechtspraak van Westerse machthebbers met hun vroegere ‘dogmatische moraal’

Dat oorlog des mensen is, onuitroeibaar is, besefte men al in ver vervlogen tijden. In de moderne tijd groeide het inzicht dat, aangezien oorlog niet weg te denken is, men er beter aan deed oorlog op een meer humane wijze te voeren, menselijker te maken, namelijk door internationale afspraken over medemenselijke regels, zoals krijgsgevangenen fatsoenlijk behandelen, verzorgen van gewonden of verzorging toelaten, niet verkrachten of anderszins folteren… In de Geneefse conventies werden vanaf 1864 rechtsregels uitgewerkt die gewapende conflicten iets humaner moeten maken; regels die nog steeds worden aangevuld. Alles beter dan het fatalistische à la guerre comme à la guerre!

Op 11 mei 2023 gepubliceerd op het Salon van Sisyphus