Wereld zonder joden

De aandacht voor en het onderzoek naar de jodenuitroeiing door de nazi's kwam relatief laat op gang, in de late jaren zeventig. Maar sindsdien namen ze exponentieel toe, nooit tevoren werd zoveel aandacht besteed aan een genocide. Zoveel, dat het overzicht zoek raakte en dat is het moment voor encyclopedieën, die letterlijk 'het geheel van kennis omhelzen'.

In 1990 verscheen de eerste, The Encyclopedia of the Holocaust, onder redactie van Israël Gutman en uitgegeven door Yad Vashem, het gerenommeerde onderzoeks- en herdenkingscentrum in Jeruzalem. Sedertdien verschenen verscheidene encyclopedieën en woordenboeken over judeocide en genocide, van uiteenlopende kwaliteit en omvang. En nu is er ook een Nederlandstalig naslagwerk, de vertaling van een Engels werk uit 2000, uitgegeven onder auspiciën van Yad Vashem en uitdrukkelijk bedoeld voor 'studenten en hun leraren'. Maar driewerf helaas, het is, op enkele goede inleidende essays na, een miskleun van formaat.

De artikels van Daniel Fränkel over de wortels van de nazi-ideologie en over de machtsovername door de nationaal-socialisten zijn voortreffelijk. Zo ook het overzicht dat David Cesarani schetst van de almaar toenemende aandacht voor de 'holocaust' en de kritiek daarop, ook van joodse zijde. Moet er zoveel in geïnvesteerd worden? Hebben de joodse geschiedenis en cultuur niets anders te bieden dan dood, verderf en slachtofferschap? Roepen al die eisen voor compensatie niet het beeld op dat joden alleen in geld geïnteresseerd zijn? Stelt de westerse fixatie op de jodenmoord het lot van andere slachtoffers, ook van andere genociden, niet al te zeer in de schaduw? En mogen dit soort vragen zomaar afgedaan worden als door antisemitisme ingegeven?

Vragen die haaks staan op de rest van de encyclopedie. Die brengt een slachtoffervisie, met als kern 'de ervaring van de joden, hun gezinnen en hun gemeenschappen'. De auteurs hebben, zonder dat te vermelden, heel wat afgepend uit de reeds vermelde encyclopedie van Gutman. En ze deden dat zo selectief, onoordeelkundig en stuntelig, dat veel informatie onbetrouwbaar en vaak onverstaanbaar is geworden. Zinnen werden herschreven of weggelaten, denkbeeldige feiten toegevoegd. Bijvoorbeeld dat ook de homoseksuelen het slachtoffer waren van de zogenaamde euthanasiecampagne uit de beginjaren van de Tweede Wereldoorlog, campagne die het leven heeft gekost aan tienduizenden mentaal en fysiek gehandicapten.


Meesterwerk

Hiermee vergeleken is The Holocaust Encyclopedia, onder redactie van Walter Laqueur, een meesterwerk. Er werkten meer dan honderd auteurs uit elf landen aan mee, joden en niet-joden, bekende specialisten naast onbekende namen. Korte trefwoorden worden afgewisseld met helder geschreven, genuanceerde, leerrijke essays. Bijvoorbeeld over de verschillende vormen en uitingen van jodenhaat door de tijden heen; of over onze verander(en)de houding tegenover de jodenmoord en de evolutie in de geschiedschrijving erover.

Merkwaardig is dat zo goed als alle artikels die te maken hebben met de houding van de Yishuv (de joodse gemeenschap in Palestina) of die van Israël tegenover de genocide op de joden in de diaspora, opgesteld zijn door relatief onbekende Israëlische onderzoekers die de politieke exploitatie van de jodenmoord onvermeld laten.

Christopher Browning schreef een knap essay over het Madagaskarplan. Nog voor de opkomst van het nationaal-socialisme beschouwden antisemieten Madagaskar, een Franse kolonie, als een ideale dumpingplaats voor Europese joden. In 1938 nog wou de Poolse regering vijf tot zevenduizend Poolsjoodse families naar het eiland deporteren en gaf de Franse regering toelating aan een Poolse commissie voor een verkenning ter plaatse. De joden in die commissie vonden dat er maximaal vijfhonderd families op het eiland ondergebracht konden worden.

In de lente en zomer van 1940 zagen enkele topnazi's Madagaskar als dé oplossing voor het joodse probleem. Het eiland zou worden omgevormd tot een soort supergetto voor vier miljoen joden. Maar de realisatie van dit plan hing af van een snelle overwinning op Groot-Brittannië dat de wereldzeeën beheerste (de nazi's rekenden ook op de Britse handelsvloot om de vele joden over te brengen). Het plan was in wezen genocidaal, het eiland kon zo'n massa mensen niet aan, tallozen zouden zijn omgekomen van honger en ontbering.

Ook interessant zijn de inzichten met betrekking tot de, in de eerste helft van de twintigste eeuw wijd verbreide, rassenleer en eugenetica. Kolonialisme, kolonialistisch denken, speelde hierin een rol. Neem Eugen Fischer, een gerenommeerd professor in antropologie, erfelijkheid en eugenetica. Rond 1908 had hij in Duits Zuidwest Afrika (nu Namibië) onderzoek gedaan naar de zogenaamde Reghoboth bastaards, kinderen van blanke Boeren of Duitse vaders en 'gekleurde' moeders. Hij concludeerde dat rasvermenging uit den boze was, gemengde huwelijken moesten verboden worden, bastaards mochten zich niet voortplanten. In 1912 werden in alle Duitse kolonies interraciale huwelijken verboden en alles moest in het werk gesteld worden voor de bescherming van Duits bloed en eer, een formule die in 1935 werd hernomen in de beruchte Neurenbergerwetten van de nazi's.

Deze boeiende informatie zit verscholen in het artikel over Mischlinge(bastaards) en ook het register biedt geen uitkomst. Een voortreffelijke encyclopedie, maar een en ander is niet goed ontsloten. Doordat er zo goed als niet intern verwezen wordt, gaat veel informatie verloren, want wie leest nu een naslagwerk van achteren naar voren? Dat er verschillende specialisten, theorieën en meningen aan bod komen, is een goede zaak, maar het kan toch niet dat de ene auteur de vervolging van homoseksuelen onder racisme klasseert en een ander poneert dat homoseksuelen vergast werden, zonder dat verwezen wordt naar de uitstekende bijdrage van Günter Grau, dé specialist in deze materie. Homoseksuelen werden niet systematisch vergast; om en bij de vijftigduizend Duitse homo's werden voor een rechtbank gedaagd, vijfduizend belandden in concentratiekampen, drieduizend werden er vermoord of kwamen er om.

Een rijke encyclopedie waar zowel het grote publiek als specialisten hun voordeel kan mee doen. Maar alles kan beter. Hans Karl Breslauer en diens film Die Stadt ohne Juden (Wenen, 1924) worden vermeld maar niet Hugo Bettauer, de joodse journalist die in 1922 deze satire op antisemieten schreef. In deze Roman von übermorgen, geschreven ruim tien jaar voor het aan de macht komen van de nazi's, zit de stad Utopia (een herkenbaar Wenen) aan de grond. Antisemitische Pan-Germanen in het parlement geven joden de schuld. Er komen raciale wetten, de joden worden in treinen geladen en naar Zion gedeporteerd, ergens in Arabisch gebied. Maar het judenreine Utopia vaart niet beter, integendeel, werkloosheid en inflatie nemen toe, er zijn te weinig consumenten voor winkels, cafés en bordelen. Tot de held van de roman, een jonge jood, vermomd terugkeert en de stad er weer bovenop helpt. Hij neemt een niet-joodse vriendin, zet de Pan-Germanen buiten spel. Het dankbare Utopia ontvangt de terugkerende joden met open armen. De joodse roman is onheilspellend, de niet-joodse film een komedie. Bettauer werd in 1925 door een nazi vermoord, Breslauer trad na de Anschluss van Oostenrijk tot de nazipartij toe.

 

Walter Laqueur (editor) - The Holocaust Encyclopedia, New Haven/London, Yale University Press, 2001

Robert Rozett & Shmuel Spector (red.) - Encyclopedie van de Holocaust, Kampen, Kok, 2003

Deze bijdrage verscheen in De Tijd van 17 april 2004.