Speelse wetenschap | Jongens en Wetenschap

De wonderen zijn de wereld niet uit. Gemiddeld 277.000 mensen die iedere werkdag, tussen 9 en 11, aan de radio gekluisterd zitten voor een populair wetenschappelijk programma! De makers van 'Jongens & Wetenschap' waren zelf verrast door het succes en de VRT-directie moet zowat van haar stoel gevallen zijn.

En nu is er ook een 'Jongens & Wetenschap' in boekvorm. Een selectie van goed honderdvijftig vragen en antwoorden uit de in totaal vierhonderd die tussen september 2001 en juli vorig jaar werden behandeld. Wie wil, kan àlle antwoorden beluisteren op de site www.radio1.be.

De radiomakers lieten zich inspireren door de legendarische boekenreeks 'Jongens en Wetenschap' en namen enkele interessante uittreksels in hun boek op. Ze keken niet erg nauw wat de datering betreft: deel één heet verschenen te zijn in 1958, ruim elf jaar nà deel twee en vijf jaar na deel zeven... (het gaat natuurlijk om herdrukken). De dertien delen van de oorspronkelijke 'Jongens en wetenschap', gebaseerd op een Zwitserse jeugdreeks, verschenen tussen 1946 en 1963. Het is, zoals de ondertitel aankondigt, 'een bonte mengeling van spel en sport, uitvindingen en ontdekkingen, knutselwerk en avontuur'. Ze sprak velen aan, de boeken stonden altijd wel in de top tien.

De lezers kregen spannende en leerrijke verhalen met dialogen en veel afbeeldingen. Op tekeningen en foto's zie je jongeren met keurig kort geknipt haar, hemd, das en vaak in kostuum. Bij herlezing valt de soms belerende, 'opvoedkundige' toon op. Bijvoorbeeld over de passie voor auto's: 'de mens wiens hersens alleen op motoren zijn ingesteld, die slechts in functie van paardenkracht denkt, is onnozel, dom en van alle intellectuele achtergrond beroofd, hoe ver zijn vakkennis op 't gebied van de auto's ook reiken mag'. Jonge jazzvrienden kregen de raad jazz als 'zuiver liefhebberij' te beschouwen, school noch toekomstdroom te verwaarlozen, want dat zouden ze zich 'later ten zeerste berouwen'.

Een stukje over 'Dieren die hun eigen huid opeten' (vervelde padden en slangen), begint als volgt: 'Kinderen zijn soms met een lelijk gebrek behept tegen hetwelk de opvoeders meestal met de grootste energie te keer gaan: ik wil zeggen het afbijten van en het kauwen op hun nagels. Die gewoonte is op generlei wijze het gevolg van een minderwaardige opvoeding en zeker geen bewijs van een slecht karakter, want ze bestaat bij de best opgevoeden en bij de best geaarde kinderen evenzeer als bij de meest onuitstaanbare vlegels'. Zo hoort u het eens van een ander. Het nagelbijten zou te maken hebben met een tekort aan een bepaalde 'voedingsstof', die evenwel niet nader genoemd wordt.

Humor

Een halve eeuw later, in het radioprogramma, heeft moralisering de plaats geruimd voor humor. Gebleven is de grenzeloze nieuwsgierigheid (geen vraag te dom) en het speelse leren, van smeltende ijsblokjes tot smeltende ijskappen. Kreeg je wetenschap maar op deze wijze aangeleerd!

'Jongens & Wetenschap' biedt wetenschap op een presenteerblaadje. Originele, prikkelende, boeiende, soms banale vragen van luisteraars worden op guitige en ludieke wijze beantwoord, met vaak vindingrijke (gedachten)experimenten. De programmamakers spelen handig in op de enthousiaste inbreng van veel luisteraars, zelfs geleerde mensen bellen op om iets nader te verklaren... of te verduisteren.

Veel van dit alles is in het boek terug te vinden, al ben je natuurlijk de directheid en spanning kwijt. Wat blijft zijn dikwijls geestige en altijd duidelijke antwoorden op soms onmogelijke vragen: tot hoe diep iemand eigenaar is van zijn grond; hoe ver de horizont is; of je een slapende arm of been wakker mag maken, een glas kapot kunt zingen; of dieren er verstandig aan zouden doen hun tanden te poetsen, dikke mensen trager doodgaan van de honger dan dunne; of en hoe je per auto een rijdende vrachtwagen kan oprijden; waarom bomen in de herfst hun bladeren verliezen, de regenboog een boog is, kippen kakelen als ze een ei leggen; of je een brulkikker de mond kan snoeren; waarom mannen tepels hebben, soldaten salueren en waarom er geen kattenvoedsel met muizensmaak bestaat? Kattenvoer wordt bereid van afval van mensenvoer, mensen eten geen muizen, muis in blik zou veel te duur zijn, geen kat die dat betalen zou!

Leerrijke lectuur die je met de glimlach verorbert. Best met mondjesmaat, wie het boek in één ruk leest, riskeert een indigestie. Er staan - hoe kan het anders? - enkele schoonheidsfoutjes in. Zo had bij de verklaring voor de kromming van bananen (buitenkant van de vrucht vangt meer licht, groeit daardoor minder snel) een verwijzing gepast naar het 'naar' het licht groeien van de meeste planten. Bij 'blauw bloed' had de adel niet mogen ontbreken. Anders dan arbeiders en boeren verrichtten mensen van adel meestal geen handenarbeid. Hun handen stonden minder bloot aan zon, weer en wind. Hun huid was minder verweerd, witter, je zag er het blauwe (zuurstofarme) bloed doorheen.

Luisteraars

De studiedienst van de VRT meldt dat de meeste luisteraars uit hogere sociale groepen komen (bedienden, kaderleden), ouder zijn dan 35, en er een licht overwicht is van mannelijke luisteraars. Reacties tijdens de uitzendingen komen vooral van mannen, mensen in de file en professionele chauffeurs, vertegenwoordigers en vrachtwagenbestuurders. Eén van hen vroeg zich af waarom de voorruit van zijn camion doorzichtig is. Het 'eenvoudige' antwoord is dat de moleculen van glas niet netjes geordend zijn, je kan door de wirwar van deeltjes heen kijken. Glas 'is eigenlijk een heel stroperige vloeistof', dat zie je soms in een oude kathedraal: 'de ramen zijn onderaan dikker dan bovenaan, omdat het glas in de loop der eeuwen naar beneden is gevloeid'.

Wie nog originele, domme, moeilijke of onbeantwoordbare vragen heeft (bijv. over nagelbijten), één adres: jongensenwetenschap@radio1.be. Weet dat er veel wachtenden voor u zijn. Per week komen er gemiddeld duizend mails binnen en de makers hebben nog zo'n vijfduizend suggesties liggen voor interessante uitzendingen. Kijk ook eerst na (in het boek, op de website) of uw vraag al niet beantwoord werd want veel vragen keren steeds weer terug.

Tot besluit een goede raad uit het woord vooraf bij het eerste deel van de 'Jongens en wetenschap' uit 1946: 'Als de school uit is en het huiswerk af, dan begint er een deel van de dag waarin je je eigen baas bent'. Tijd voor hobby's -  'liefhebberijen' heette dat toen nog. 'Maar je hebt wel een dag, dat je niet weet wat je doen moet. Misschien zit het weer je dwars en dan komt de verveling. Wat dan? Dan blader je eens in 'Jongens en Wetenschap' en dan vind je iets interessants dat ook leuk is'. Dat geldt onverminderd voor het pas verschenen veertiende deel!

 

Sven Speybrouck & Koen Fillet - Jongens & Wetenschap, Roeselare, Globe, 372 blz.

Gepubliceerd in de Financieel Economische Tijd, maart 2003