Slecht nieuws is goed nieuws

Jaap van Ginneken, een voormalig journalist die als psycholoog communicatiewetenschap doceert, bestudeert in De schepping van de wereld in het nieuws de sociale constructie van het nieuws, hoe het door denkpatronen en stereotypen wordt gestuurd en vervormd. Speciale aandacht gaat daarbij naar de westerse verslaggeving over niet-westerse landen en volkeren. Dit leerrijke boek is recent ook in het Engels verschenen.

Gebeurtenissen worden op verschillende wijze ervaren en genterpreteerd. Terwijl de ene partij vrijheidsstrijders als helden ziet, verslijt de andere ze voor terroristen. De werkelijkheid is meerduidig, multi-interpretabel. Absoluut objectieve verslaggeving is een fictie. Spontane stereotypering is onvermijdelijk, zeker onder hoge druk. Toch doen verslaggevers alsof ze alleen feiten en niets dan de feiten brengen. De meeste journalisten ervaren zichzelf als onafhankelijk, progressief en objectief. Met als ideologie, dat ze geen ideologie hebben. Bij nader toezien blijkt evenwel dat hun middenklasse-achtergrond, dito positie en aspiraties de berichtgeving serieus kleuren en vertekenen.

Van Ginneken maakt de meerduidigheid van gebeurtenissen duidelijk door ze te vergelijken met naaipatronen in gespecialiseerde vrouwenbladen, Burda bijvoorbeeld. Op het uitneembaar vouwblad lopen patronen voor modellen en maten kriskras door elkaar, uitgestippeld in verschillende lijnen en kleuren. Geen enkel patroon is in één oogopslag te overzien. Om het zichtbaar te maken moet je nauwgezet de lijnen volgen of ze overlijnen. Zo ook met onze waarneming van de werkelijkheid. Onderwijs, verslaggeving en onderzoek "zijn als de viltstift die ons helpt bepaalde patronen te accentueren, hun coherentie en logica te onderkennen, en ze vanaf dat moment als vanzelfsprekend waar te nemen. Een heleboel andere patronen, die in principe even coherent en logisch zijn, worden daarbij over het hoofd gezien."

Van Ginneken poneert dat de wereld door het nieuws geschapen, niet herschapen, wordt. Bij de productie van nieuws zouden zoveel vertekeningen optreden, dat het nieuws nog maar weinig uitstaans heeft met wat het beweert te verslaan. Volgens Van Ginneken zijn er meer dan honderd mechanismen werkzaam die voortdurend onze vastgeroeste vooronderstellingen bekrachtigen, telkens weer ons etno- en eurocentrisch wereldbeeld reproduceren. Elk mechanisme moge dan misschien maar één procent verschil maken, samen maken ze een wereld van verschil... een verschillende wereld.

Het lijdt geen twijfel dat de gemediatiseerde wereld vervormd is, maar totáál onwerkelijk? Dat is toch een overtrokken reactie. Nieuws wordt inderdaad geselecteerd en geïnterpreteerd vanuit bepaalde maatstaven en waarden, maar kan het wel anders? Je hebt nu eenmaal denkschema's nodig om de werkelijkheid te vatten. Geen waarneming zonder voorafgaande denkpatronen of denkwijzen. Wie niets weet, ziet niets. Wie veel weet, ziet meer, maar nooit alles, nooit volledig. Patronen richten kijken en interpretatie, maar beperken ze ook. Denkkaders zijn als sjablonen die over de werkelijkheid worden geplaatst; ze verhullen bepaalde aspecten.

Iedereen denkt en redeneert in de eerste plaats vanuit het 'ik', vanuit eigen waarden en normen. Maar daar bestaan gradaties in. Ego- en etnocentrisme kunnen tot op zekere hoogte bijgestuurd worden. Van Ginneken sluit dat stilzwijgend uit. Je krijgt de indruk dat hij aan het bestaan van feiten twijfelt. Feiten spreken inderdaad niet voor zichzelf, kunnen slechts door interpretatie benaderd worden, maar dat is onvoldoende reden om hun werkelijkheid te ontkennen. Van Ginnekens twijfel belet hem gelukkig niet verscheidene mechanismen bloot te leggen die het nieuws vervormen. En dat is ongetwijfeld een grote verdienste.

De auteur vergelijkt de beschikbare feiten met de vissen die de wereldzeeën bevolken. Uit een oceaan van tijd en ruimte vist het nieuwsnet slechts een miniem deel van de beschikbare feiten op. Zoals vis worden die klaargemaakt vooraleer ze aan de consument op te dienen. Verwijderd uit hun natuurlijke milieu, gedood en bereid, vermengd met andere ingrediënten, op smaak gebracht, gestandaardiseerd, gestereotypeerd: bijna onherkenbaar.

De mazen van het nieuwsnet zijn niet overal even groot. In de westerse wereld zijn ze zó klein dat zelfs het onbenulligste nieuwsvisje niet ontglipt; in derde-wereldlanden zó groot dat alleen walvissen er niet doorvallen. Duizend journalisten per vierkante kilometer in de grote westerse metropolen, tegenover één per honderdduizend vierkante kilometer in het Amazonegebied of de Sahel.

Ook de nieuwsstroom is geografisch ongelijk. De communicatie tussen geïndustrialiseerde landen en derde wereld lijkt veel op eenrichtingsverkeer. Eind jaren negentig besteedden Amerikaanse nieuwsorganisaties minder aandacht aan Afrikaanse landen dan aan "een paar Californische grijze walvissen die vast kwamen te zitten in het ijs van Alaska".

Nieuws is op een publiek afgestemd. Reporters in de derde wereld zijn spreekbuizen voor het thuisland. Willen ze verstaanbaar blijven dan moeten ze het eigen perspectief bewaren; willen ze aanspreken dan berichten ze best vanuit westerse belangstellingen en waarden. Maar de Euro-Amerikaanse, blanke, joods-christelijke zienswijze wordt wereldwijd geëxporteerd. Het westerse wereldbeeld domineert de wereld, ook in de verslaggeving erover. Zelfs derde-wereldverslaggevers schuiven nieuws over andere derde-wereldcontinenten terzijde voor relatief onbelangrijk nieuws uit de eerste wereld.

Selectie is onvermijdelijk. Je kunt niet over alles berichten, wil noch kan kennis nemen van alles wat in de wereld gebeurt. Maar dat de tekst van het dagelijkse televisienieuws - toch de belangrijkste nieuwsbron voor veel mensen - slechts een kwart bladzijde van een kwaliteitskrant beslaat, is een onthutsende vaststelling. Hooguit één honderdste van het internationale nieuws dat grote persbureaus aanbieden (op zich al een selectie), haalt de krant of het televisiejournaal. Slechts een fractie van de ongeveer 137.000 mensen die gemiddeld per dag sterven, krijgt enige aandacht. Onder de slachtoffers bijna 35.000 kinderen onder de vijf; één miljoen dode kleine kindereren per maand. Maar hun dood, veroorzaakt door gebrek aan eten, vitamines, proper water en hygiënische voorzieningen, is te weinig spektakulair en veel te chronisch.

Drugs, seksualiteit, misdaad en 'afwijkende' Anderen zijn enkele vaste thema's waarrond regelmatig een soort morele paniek groeit, niet zelden in het leven geroepen én gehouden door de media. Hoofddoekjes van moslimschoolkinderen, al dan niet vermeende seks met kinderen. Van Ginneken ziet de nieuwsproductie en -consumptie als "een volcontinu-reparatiewerkplaats van onze wereldbeelden en onze wereldorde. Mogelijke anomalieën worden daarbinnen opgespoord en aangewezen, bewerkt en genormaliseerd zodat ze weer kunnen worden ingepast en het systeem soepel kan blijven draaien". Nieuws, vooral het televisienieuws, zou een soort collectieve psychotherapie zijn. "Mogelijke bedreigingen van ons wereldbeeld worden opgeroepen, geïdentificeerd, geëtiketteerd, gecategoriseerd, behandeld en vervolgens weer weggeborgen. Voor dit doel voert de presentator iedere dag een hele stoet autoriteiten en experts ten tonele. Zij stellen ons gerust, zodat we onbezorgd kunnen gaan slapen". Een boeiende stelling, doch zonder overtuigende voorbeelden of bewijsvoering.

Nieuws is gefixeerd op gebeurtenissen, niet op processen; op (bekende) mensen, niet op anonieme groepen of systemen. De nadruk ligt op binnenland, natie, herdenking, roem, schandaal, ramp. Op gebeurtenissen die zich in een korte tijdspanne ontvouwen, makkelijk te begrijpen zijn. Door deze klemtoon op het anekdotische worden chronische problemen zoals armoede en misdaad niet gezien als "diepgewortelde economische en sociale problemen, maar als toevallige omstandigheden."

Voor de media is slecht nieuws, goed nieuws. Negatieve gebeurtenissen hebben ook veel voor op positieve. Ze voltrekken zich doorgaans in minder tijd, hebben een veel hogere spektakelwaarde. Een dam breekt sneller door dan hij opgebouwd kan worden. Een man die door een hond gebeten wordt is alledaagse kost; maar een hond die door een man gebeten wordt, da's pas nieuws!

De obsessie met tijd, snelheid en directheid maakt sterk afhankelijk van grote persbureaus en doet de stijl van televisiejournaals almaar meer verschuiven in de richting van spektakel en live-uitzending. CNN heeft duidelijk gemaakt dat het publiek "één ding nog spannender vindt dan een soap opera, écht drama dat op hetzelfde moment plaatsvindt". Wat live (van alive, levend) uitgezonden wordt, wekt de indruk dat er niemand meer tussen feit en kijker staat, dat je zelf de directe getuige bent van wereldschokkende gebeurtenissen. Maar getuigen zitten te dicht met de neus op het gebeuren, hebben meestal te weinig afstand en overzicht om de gebeurtenissen enigszins afstandelijk, objectiverend te beoordelen. Ze kunnen maar weinig orde scheppen in de chaos van het heden, hebben slechts beperkt zicht op oorzaken en gevolgen, en moeite om het wezenlijke van het bijkomstige te onderscheiden.

Live-nieuws is meer momentopname dan overzicht, veeleer achteruit- dan vooruitgang. Maar het is wel goedkoop. De acteurs, personaliteiten en slachtoffers, hoeven niet betaald te worden. Alleen jammer dat er niet altijd een grote crisis beschikbaar is om kijkers te boeien. De kijkdichtheid dreigt te dalen en de verleiding groeit om bepaalde kwesties op te kloppen. Dan krijgen we news soaps, zoals die rond O.J. Simpson, Monica Lewinsky of Regina Louff. Elk detail wordt uitgemolken, veel gewichtiger nieuws moet wijken.

Van Ginneken slaat meestal spijkers met koppen, maar soms zoekt hij ook spijkers op laag water. Zijn boek munt niet bepaald uit door helderheid. Maar het staat wel vol interessante informatie en inzichten. Over onze kijk op Anderen, vreemdelingen, migranten, asielzoekers. Onze stereotype gezichtspunten vallen vooral op bij beeldmateriaal. Blanken worden doorgaans van dichterbij gefilmd, vaker in close-up en vanuit kikvorsperspectief. Kleurlingen worden meestal anoniemer, van verderaf en in vogelperspectief ingekaderd. Daarnaast veel behartenswaardigs over: de nieuwsinteelt onder journalisten en media; het fetisjisme van het heden; de overkill aan nieuws; wat zoal wordt doodgezwegen (incidenten met kerncentrales, het gebruik van radioactief materiaal in de ruimtevaart); de hypnotiserende en verslavende werking van nieuws waardoor we steeds verder gedesoriënteerd dreigen te raken.

van Ginneken, Jaap - De schepping van de wereld in het nieuws. De 101 vertekeningen die elk 1 procent verschil maken, Houten/Diegem, Bohn Stafleu Van Loghum, 1996

van Ginneken, Jaap - Understanding global news. A critical introduction, Londen, Sage, 1998

Verschenen in De Morgen, 15 april 1999