Oost-west, thuis pest | Covid-19

Afstand houden, luidt het in deze crisistijd. Hoe hou je anderhalve meter afstand in de overbevolkte kampen op Lesbos, in Idlib, in Turkije, aan de Amerikaans-Mexicaanse grens? Het hemd is altijd nader dan de rok. Afstand houden van dierbaren kost veel moeite, afstand houden van de rest van de wereld zijn we vrij gewoon.

De pest (1947) van Albert Camus verkoopt als zoete broodjes. Mensen willen eruit leren hoe om te gaan met de ‘coronapest’, niet beseffend dat Camus het metaforisch over de bruine pest had, het nazisme en het Europese verzet ertegen. Camus’ meesterwerk speelt zich af in 194., in 1944 verscheen al een uittreksel in bezet Frankrijk. Oran - waar de roman zich afspeelt - en andere Algerijnse steden werden niet toen, maar in de 18de en 19de eeuw door de pest getroffen, en die was afkomstig uit Europa, via de handel en piraterij (gevangen genomen Europeanen die besmet waren).

Ook niet gedane zaken nemen geen keer. Eens het sars virus bedwongen, startten virologen wetenschappelijk onderzoek op om vaccins te verzinnen tegen de vele ongekende virussen die op ons afkomen. Na enkele jaren werd de financiering van dit onderzoek wegens te duur stopgezet. Dat komt ons nu en straks duur te staan (zie voor een onverwachte bron hierover, de TED talk die Bill Gates in april 2015 gaf).

Ook toen de Chinese provincie Wuhan door Covid-19 werd getroffen, keken we weg. Met alle Chinezen, moet men gedacht hebben, maar niet met den deze. Het ging gepaard met een snuifje racistische laatdunkendheid over het soort mensen dat wilde, door vleermuizen besmette beestjes eet, en een overheid die vreselijke gevolgen op dictatoriale wijze aanpakte. Mede door deze houding trokken westerse beleidsvoerders geen broodnodige lessen uit de Chinese rampspoed en werden we vrijwel onvoorbereid getroffen door de pandemie. De overheden hollen al enkele weken achter de feiten aan: mondmaskers (België vernietigde in 2009 een hele massa en vond het niet nodig nieuwe aan te kopen), gummihandschoenen, beschermingskledij, alternatieve beademingstoestellen, al dan niet lock-down, zogenaamd tekort aan chemische producten om te testen (werkelijke reden: geen personeel om de contacten van een positief geteste persoon na te gaan), ethische regels over wie men toch maar beter laat sterven, onderbetaalde en onderbezette verpleging en onvoorbereid verzorgingspersoneel.

Voor het definitief te laat was, bleven we bevlogen goedkoop de wereld bevliegen. Geen vuiltje aan de lucht! Gezwind trokken we op krokusvakantie, als vanouds (ook al is het een zeer recent fenomeen) richting Italiaanse skigebieden, ook al was toen al bekend dat het virus er huishield. Negenhonderd Groningse jongeren van de studentenvereniging Vindicat trokken ondanks het negatieve advies van de overheid naar Noord-Italië om er ’s avonds dronken op elkaar gepakt de bloemetjes buiten te zetten. Na hun repatriëring werden ze niet eens in quarantaine geplaatst. Ook de uit Noord-Italië terugkerende Belgen mochten moeiteloos het virus in ons land introduceren.

Blijf in je kot, krijgen we te horen, terwijl vliegtuigen werden en worden ingezet om Belgen uit het buitenland te repatriëren, zelfs uit landen waar de besmettingsgraad hoger ligt. Oost-west, thuis pest.

Mag je deze kritische bedenkingen nog uiten? Moeten we uit fout begrepen solidariteit zwijgen? De rangen sluiten, aan hetzelfde zeel trekken! Burgerzin vertonen! Zoals die vriend van me, nochtans een linkse rakker, die me een paar dagen geleden vertelde dat hij, uit zijn raam liggend, een jong koppeltje aan de overkant van de straat zag knuffelen en zich moest inhouden om niet de politie te bellen. Een ruk naar rechts.

Virusangst, schreef Sheila Sitalsing in De Volkskrant van 23.3, is een perfecte dekmantel voor kwaadwillende regimes. Maar anders dan vaak wordt gedacht moet kwaad niet altijd gewild of gepland worden, het wordt ook met de beste bedoelingen aangericht. Om onze oma’s en opa’s te beschermen worden onze vrijheden drastisch teruggeschroefd. In Denemarken werd goed een week geleden een totalitaire wet goedgekeurd die de politie verregaande controlemaatregelen biedt. In België sloot het kabinet van De Block een schimmig akkoord met telecombedrijven om actuele locatiegegevens te delen met een privaat bedrijf (Dalberg Data Insights). In de Verenigde Staten zal men samenwerken met Google en Facebook om ‘locaties van gebruikers en risicopatiënten op te sporen’.

In The Age of Surveillance Capitalism,maakt Harvard professor Shoshana Zuboff overduidelijk dat Big Brother uitgegroeid is tot een uit de kluiten gewassen broer. In de nieuwe economische en politieke orde worden onze gangen nagegaan en wordt ons leven, ons handelen, verlangen en welzijnsgevoel, gestuurd als in een Skinner-box (naar Burrhus Skinner). In verscheidene landen worden tracing Apps ingezet om de gangen en de besmettingsgraad van burgers na te gaan, mensen te verwittigen als een mogelijk besmet iemand nadert, politie in staat te stellen allemans bewegingsvrijheid te beperken, wie besmet is de toegang te weigeren tot winkels. Enkele Vlaamse virologen vinden het een goed idee en de App zit er ook in België aan te komen. Leve de dumbphone, weg met onze privacy!

Law and order, luidt het steeds nadrukkelijker. Mensen die onduidelijke en om de haverklap wisselende regeltjes overtreden, riskeren zware boetes. Vooral jongeren moeten in toom gehouden worden. ‘Handhaving’ luidde het eensgezind in De Afspraak van 26.3. Want, weerklinkt het alarmerend, we zijn in oorlog. Wat kun je daar nog tegen inbrengen? We staan erbij als makke schapen. Grenzeloos gehoorzaam.

Ook interessant is Would you take a coronavirus risk?, een artikel van Tom Chivers op UnHerd (een forum dat iets wil doen aan de kuddegeest door nieuw en dwars denken, een platform wil zijn voor ongehoorde ideeën, mensen en plaatsen). In Chivers' bijdrage zit een mooie en beklijvende illustratie van het prisoner’s dilemma. Het is wel een bijzonder voorbeeld van het dilemma. Normaal gezien mogen de deelnemers niet vooraf met elkaar overleggen. Boeiend is de aanpak van de persoon die meteen aankondigt dat hij zal ‘stelen’ maar de ander verzekert dat als hij voor ‘delen’ kiest, de buit eerlijk verdeeld zal worden. De rest laat ik u zelf ontdekken.

In De Pest legt Camus zijn hoofdpersoon, dokter en humanist Bernard Rieux, in de mond dat in tijden van pestilentie bij mensen meer dingen te bewonderen zijn dan te verachten. Dat, denk ik, hangt af van de duur en de extremiteit van de situatie en van de lessen die men er al dan niet uit trekt. Het kan alleen maar beteren.

Op 26 maart 2020 gepubliceerd op de Facebook pagina van uitgeverij EPO en het Salon van Sisyphus