Onvoltooid verleden

Vorige week ging in Mechelen een merkwaardige en bezienswaardige tentoonstelling open over intellectuelen uit Buchenwald, het concentratiekamp dat de nazi's in 1937 oprichtten vlakbij Weimar. De tentoonstelling dateert uit 1999, het jaar dat Weimar, stad van Goethe en Schiller, culturele hoofdstad van Europa was. Wat lag er meer voor de hand dan een expositie over cultuur en intellectuelen in en na Buchenwald? De triomf, zo je wil, van de Weimarrepubliek over het Derde Rijk.

In 1998 werden er 28 grote houten kisten teruggevonden die in 1942 door Buchenwaldgevangenen waren gemaakt. De burgemeester van Weimar had ze bij de kamp-SS besteld om "onvervangbare voorwerpen van het Museum für Ur- und Frühgeschichte en van het Schillerhaus" in veiligheid te brengen. Voor de tentoonstelling werden er 73 getrouwe kopieën van de kisten gemaakt.

Aan iedere kist hangt een label met het interneringsnummer van de nog naamloze gevangene, Nummermensch zei men in de kampen. Op het deksel een citaat van de man of vrouw binnenin, iets dat tot nadenken stemt, de nieuwsgierigheid prikkelt, je binnenlokt in kist en wereld van de auteur. Bijvoorbeeld: "Vrijheid die gescheiden wordt van gelijkheid en broederlijkheid, heet niet meer vrijheid. Ze heet egoïsme (...) De binnen de muren van de natie opgesloten vrijheid heet niet meer vrijheid, ze heet oorlog". Hierachter gaat, blijkt bij opening van de kist, Léon Blum schuil, een vooraanstaand Frans socialist en midden jaren dertig premier van de volksfrontregering.

In elke kist wordt een portret geschetst van de (gewezen) gevangene; voor, tijdens en vooral na de gevangenschap. Foto's, identiteitspapieren, manuscripten, boekomslagen, gedichten, brieven en ook enkele meer tastbare herinneringen: een houten valies, een polshorloge, een camera... De Nummermenschen komen stukje bij beetje weer tot leven, krijgen weer identiteit.

Muzieknoten op een deksel leiden naar componist en kleinkunstenaar Hermann Leopoldi. Binnenin onder meer een persfoto uit maart 1939: Leopoldi die bij aankomst in de VS dankbaar de Amerikaanse bodem kust. Enkele meters verderop staat de kist van Fritz Löhner-Beda, de librettist vanHet land van de glimlach (Frans Lehar). Volgens de catalogus droeg de kampcommandant hem in 1938 op een Buchenwaldlied te schrijven, Leopoldi componeerde de muziek. Een SS'er die twee joodse gevangenen een officieel nazi-kamplied laat schrijven?! In werkelijkheid loofde de commandant 10 mark uit voor een Buchenwaldlied, een kapo gooide het op een akkoordje met Löhner-Beda en Leopoldi en streek de centen op. O Buchenwald, ich kann dich nicht vergessen, weil du mein Schicksal bist.


Context

De tentoonstelling past(e) perfect in Weimar en Buchenwald, cultuur versus barbarij, maar voor Vlaanderen had een en ander geduid mogen worden. Noch op de tentoonstelling, noch in de catalogus worden de geschiedenis of de betekenis van het kamp toegelicht. Buchenwald was het 'politieke' kamp bij uitstek, politieke gevangenen waren er in geslaagd de door de SS aan criminele gevangenen gedelegeerde macht over te nemen. Ze hadden tot op zekere hoogte zeggenschap over het dagelijks leven en mede daardoor was Buchenwald voor de meeste gevangenen iets 'leefbaarder' dan andere concentratiekampen.

Maar ook in Buchenwald was niet iedereen gelijk voor de 'wet', zeg maar voor de dood. Veel hing bijvoorbeeld af van reden, moment en duur van internering. Niet voor niets hebben gevangenen het kamp zeer verschillend ervaren. Voor communist en verzetsstrijder Emil Carlebach was het "in de waarste zin van het woord mijn school voor het leven", daar werd hem "ingehamerd dat discipline, solidariteit, standvastigheid en trouw aan je overtuiging het belangrijkste in het leven zijn". Terwijl een andere Buchenwalder, rabbijn Mordechai Strigler, over zijn kampervaring schrijft dat "zelfs als je in leven blijft, je je zult schamen om over deze dingen te schrijven. Je zult alleen maar naar hartverheffende woorden en wonderen zoeken. Maar de misdadige waarheid zul je altijd onderdrukken of maar voor de helft meedelen".

Naast bekende namen (sommige erbij gesleurd, Jean Améry zat niet in Buchenwald) ook onbekende kunstenaars, denkers en schrijvers, maar... geen 'gewone' gevangenen. Het dagelijkse, dodende leven verdrongen door cultuur. De selectie is nog in een ander opzicht scheefgetrokken, joodse gevangenen zijn zwaar oververtegenwoordigd. Er ontbreken belangrijke namen, René Salme bijvoorbeeld, die in Buchenwald vele tientallen tekeningen maakte (bewaard in het Prentenkabinet van de Koninklijke Bibliotheek).

De initiatiefnemers van de tentoonstelling, de vzw Kunst en Democratie, kozen doelbewust voor Mechelen als locatie omwille van de associatie met de Dossinkazerne van waaruit de joden werden gedeporteerd. Ook in de toespraken bij de vernissage werd er meer over 'holocaust' gesproken dan over politieke gevangenen. Vlaams minister-president Patrick Dewael maakte van de gelegenheid gebruik om aan te kondigen dat het nu echt menens wordt met het 'holocaustmuseum'. Minstens dertig miljoen euro moet dat gaan kosten, een eerste schrijf van 6,25 miljoen werd al op de begroting ingeschreven.


Aanrader

Toch is de tentoonstelling een aanrader, onder meer omwille van de locatie die haar op een hoger niveau tilt. De expositie werd ondergebracht in Het Zegel, de vroegere zegeldienst en drukkerij van 's lands postzegels. Grote opslagplaatsen die al zo'n vijftien jaar leeg staan, vuilbakstenen gebouwen, roestige tralies voor de vensters, afbladderende verf. Ook binnenin troosteloosheid, opgelapte vloeren, gewelfde zolderingen gestut door pilaartjes. Zeer beklemmend allemaal, zeker in combinatie met het thema van de tentoonstelling.

De catalogus is een kijkboek, mooie illustraties, maar geen analyse van de boodschap van de kunstenaars en intellectuelen. Het blijft allemaal nogal aan de oppervlakte. Je had graag meer willen weten over bijvoorbeeld José Fosty die overleefde door pornografische tekeningen te ruilen voor brood en soep. Ruilde hij met SS'ers, gevangenen of beiden? En wat moet een mens zich voorstellen bij de decors die hij na de oorlog in Parijs heeft gemaakt voor een Buchenwald-Diorama? Wat moet de modale bezoeker denken over kleinkunstopvoeringen en cabaretvoorstellingen in Buchenwald? Enige toelichting over cultuur en vrijetijdsbesteding in Buchenwald, voor sommige bevoorrechte gevangenen, had gemogen.


Onvoltooid

In een tweede luik van de tentoonstelling wordt aandacht besteed aan de "overleden politieke gevangenen uit het arrondissement Mechelen". Uitvergrote pasfoto's tegen de muur, summiere informatie over gevangenen en verzetsbewegingen. Ook het bijhorend boek, van de hand van historicus Patrick Moreau, heeft weinig om het lijf. Het is geschiedenis op zijn slechtst: gortdroog, veel irrelevante data en feitjes, herhalingen, onjuistheden, fouten, ingetrapte open deuren. Weinig overzicht en slordig bij mekaar gedacht. Neem de tussentitel "de nazi-vervolging in België" - naar analogie van "jodenvervolging in Duitsland"?

De invalshoek, overleden politieke gevangenen, is merkwaardig en in feite irrelevant. Hoe representatief zijn de doden? Hoeveel politieke gevangenen werden er gedeporteerd uit arrondissement Mechelen? Met de 'dood' als criterium treden vertekeningen op. Ging het om de fysiek of psychisch zwakste gevangenen of juist om de sterkst en felst gemotiveerden? Om de langst of de laatst geïnterneerden?

Kennelijk ging de auteur uit van namen van politieke gevangenen op herdenkingsmonumenten in Mechelen. Elders vond hij nog een paar namen maar bij gebrek aan geboortedata kon hij hun dossiers niet raadplegen. Een woordje uitleg had gemogen. Om een dossier in te kijken op het Bestuur voor Oorlogsslachtoffers heb je normaliter de geboortedatum nodig, kwestie van mensen met dezelfde naam uit mekaar te houden. Maar een beetje onderzoeker neemt natuurlijk de moeite om die paar gelijknamige dossiers door te nemen. En waren die geboortedata niet terug te vinden in de gemeentearchieven? Enkele hadden ook getraceerd kunnen worden op de toegangslijsten van concentratiekampen.

Moreau verwijst niet één keer naar een concrete bron en zijn bibliografie is meer dan beknopt. Veel gegevens werden op niet al te oordeelkundige wijze in andermans werk bij mekaar gesprokkeld. Zo komt nogal wat cijfermateriaal over de kampen uit mijn Met de dood voor ogen. Maar dat werk is zestien jaar oud en sommige cijfers werden ondertussen bijgesteld door verder onderzoek en publicaties. Daarenboven gebruikt Moreau de verschillende berekeningen van gevangenaantallen en sterftecijfers door mekaar, zonder de duiding die ik erbij gaf. De ene keer heeft hij het over 50% concentratiekampgevangenen die het niet overleefde, de andere keer over 35 à 40%. Ook zijn beschouwingen over de term 'politiek gevangene' raken kant noch wal.

Moreau en de inrichters noemen hun werk over de politieke gevangenen baanbrekend, voorbijziend aan het vele, geduldige werk van enkele overlevenden en historici. Die wijzen er al decennialang op dat er weinig aandacht gaat naar het lot van de politieke gevangenen, maar het is zeer de vraag of we veel opschieten met het borstroffelend 'onderzoek' van Kunst en Democratie.

Bij grote gelegenheden horen grote woorden. Kunst en Democratie stelt dat ze met deze tentoonstelling tot het democratische erfgoed bijdraagt. Wat moet een mens zich daar bij voorstellen? Bestaat er dan ook een ondemocratisch, fascistisch erfgoed of... erfkwaad? En hoort Auschwitz, dat in 1979 door de Unesco op de Werelderfgoedlijst werd geplaatst, nu in de eerste of de tweede categorie thuis?

Volgens de inrichters zou het "democratische erfgoedidee" ons dwingen "de juiste lessen te trekken uit het verleden in het algemeen en het nationaal-socialisme in het bijzonder. Zolang dat niet gebeurt, blijft het verleden onvoltooid". "Juiste lessen", allemaal goed en wel, maar hoe (her)ken je die en wie bepaalt dat?

Veel goede bedoelingen maar een bijwijlen sloganeske uitwerking. Neem het motto van de inrichters, de bekende zinsnede van George Santayana: "Wie zich de geschiedenis niet herinnert is gedoemd ze te herbeleven". Welke geschiedenis en wat bedoelde Santayana precies? En stoort het dan werkelijk niemand dat deze Amerikaans-Spaanse filosoof met het fascisme van Franco sympathiseerde en ook niet bepaald joodvriendelijk was?

Onvoltooid verleden tijd. Concentratiekamp Buchenwald. Portretten van intellectuelen en kunstenaar, Berchem-Antwerpen, EPO

Patrick Moreau - Systematiek en Willekeur, Berchem-Antwerpen, EPO

Verschenen in De Financieel-Economische Tijd, 3 mei 2003