Engel des doods | Josef Mengele

In The Boys from Brazil, een typisch Hollywoodproduct uit 1978, kloont nazi-arts Josef Mengele kleine Adolf Hitlers om de wereld alsnog aan de nazi's te onderwerpen. Een volkomen verzonnen verhaal, maar wel tekenend voor de demonisering van de beruchte kamparts. In de loop der tijd is hij uitgegroeid tot een duivels wezen dat niets menselijks meer heeft. Gelei­delijk geraakten vele misdaden door andere kampartsen gepleeg­de misdaden in zijn persoon gecondenseerd. Daden- en persoons­ver­wisseling: veel getuigen beschrijven hem als een grote, blonde man, maar in werkelijkheid was hij 1m74 groot en don­kerharig. Velen zijn ervan overtuigd dat Mengele in z'n eentje alle selecties op het perron van Auschwitz verrichtte, en eigenhan­dig miljoenen de gaskamers instuurde. Maar hij arri­veerde relatief laat in Auschwitz, midden 1943, en bij de selecties losten minstens vijf SS-artsen elkaar af.

Mengele als on-mens, iemand die in niets op ons lijkt. Als dat waar is, kunnen we uit zijn geschiedenis niet leren hoe derge­lijke gruwel in de toekomst voorkomen kan worden. Door demoni­sering wordt de les die uit het gebeurde getrokken kan wor­den - dat zo goed als alle mensen in bepaalde omstandigheden tot onmenselijkheid in staat zijn - in haar tegendeel omge­keerd: alleen niet-mensen zijn ertoe in staat.

De misdaden van Mengele hebben geen overdrijving nodig, ze zijn méér dan gruwelijk genoeg. Als arts heeft hij vele dui­zenden de dood ingestuurd en op honderden weerloze gevangenen mensonwaardige experimenten uitgevoerd.

Josef Mengele werd in 1911 in Günzburg geboren en groeide op in een katholiek-burgerlijke familie. Zijn vader had een fabriek van landbouwmachines (op het Vlaamse platteland kom je nog steeds nagelnieuwe MENGELE-tractors tegen). Josef studeer­de geneeskunde en antropologie. Nadat hij in 1937 zijn dok­terstitel verworven had, werd hij assistent van Otmar von Verschuer, een internationaal vermaard erfelijkheidsweten­schapper. Mengele werd lid van de nazi-partij, een jaar later van de SS. Wie zoals hij carrière wou maken in de erfelijke biologie en rassenhygiëne, de wetenschap die de nazi-ideolo­gie, de mythe van de Arische suprematie moest schragen, had geen andere keus.

Begin jaren veertig deed hij dienst als arts bij de Wehrmacht en bij de Waffen-SS. Gewond aan het oostfront, keerde hij naar Duitsland terug en ging weer aan de slag bij Von Verschuer die ondertussen het befaamde Kaiser Wilhelm-Instituut leidde. Von Verschuer bracht hem op het idee naar Auschwitz te gaan om er tweelingonderzoek te doen, van oudsher een belangrijk onder­zoeksterrein voor de erfelijkheidsleer. Met dat verschil dat in Auschwitz menselijke wezens makkelijker te verkrijgen waren dan proefkonijnen en alle ethische remmen wegvielen. Sommige artsen, en niet alleen SS'ers, vonden het "moreel onverant­woord" deze unieke kans voorbij te laten gaan.

Mengele selecteerde zijn 'wetenschappelijk materiaal' op het perron van Auschwitz. Uit de toestromende gevangenen haalde hij tweelingen, dwergen en mensen met lichamelijke afwijkingen - bij voorkeur kinderen. Ze werden aan allerhande metingen en experimenten onderworpen. Sommige tweelingparen werden ver­moord om een vergelijkende autopsie te verrichten, iets wat in het normale leven zelden kan, tweelingen overlijden doorgaans niet op hetzelfde ogenblik. Andere kinderen werden koelbloedig omgebracht om bepaalde lichaamsdelen ongehinderd te kunnen bestuderen. Zigeunerkinderen met twee verschillend gekleurde irissen (heterochromie) werden gedood en hun ogen werden zorgvuldig verpakt naar Von Verschuer gestuurd.

Mengele was van huize uit geen antisemiet en al evenmin een fanatiek nazi. Zoals vele andere artsen, biologen en antropo­logen van zijn tijd was hij bezeten van de gedachte dat door het uitroeien van erfelijke aandoeningen en ziekten het Ari­sche ras beschermd, verbeterd en uitgebreid kon worden. Vol­gens sommigen was Mengele op zoek naar de genetische oorzaak van meervoudige geboorten in de hoop het geboortecijfer van Ariërs te kunnen verdubbelen. Zigeuners en joden zag hij niet als mensen, maar als Menschenmaterial. Verblind door weten­schappelijke theorieën (die later fout bleken te zijn) en gedreven door eerzucht, beoefende hij op cynische wijze een geneeskunde zonder menselijkheid. Slechte wetenschap zonder ethiek.

Mengele werd na de oorlog gearresteerd maar niet als SS'er herkend. Toen op het Neurenbergproces zijn misdaden in hun volle omvang aan het licht kwamen, dook hij onder. In 1949 vluchtte hij naar Zuid-Amerika. Hij overleed er in februari 1979 onder het pseudoniem Wolfgang Gerhard. Begin 1992 werd diens stoffelijk overschot met zekerheid als dat van Josef Mengele geïdentificeerd.

In zijn nagelaten notities en dagboeken zwijgt Mengele in alle talen over Auschwitz. Uit niets blijkt dat hij door wroeging werd gekweld, wel door zelfmedelijden omdat hij zo ver van de Heimat moest leven.

Von Verschuer die Mengeles onderzoek superviseerde, liet financieren en gretig gebruik maakte van de toegestuurde lichaamsdelen, werd na de oorlog niet echt lastig gevallen. Zijn collega's zagen geen graten in het gebeurde en de hoogge­leerde kon zijn academische functies terug opnemen.

Gepubliceerd in Telepro, 23 maart 1999