Lofrede op lichaam en geest | Een bevlogen medicus

Het lichaam met zijn vele organen en functies zit zo ingewikkeld in mekaar, dat het steeds weer een mirakel lijkt dat het werkt en blijft werken, ondanks de onophoudelijke veranderingen en invloeden van binnen en buiten af: groei en voeding, blootstelling aan agressieve stoffen en allerhande beschadigingen, van kleine kwetsuur tot amputatie. Sherwin Nuland, een Amerikaans algemeen chirurg en auteur van verscheidene geneeskundige werken, verbaast er zich nog steeds over. Zijn inzicht in de complexiteit van biologische interacties, zo volmaakt gecoördineerd dat zaken als het kloppen van het hart, emoties en denken mogelijk worden, heeft zijn ontzag en fascinatie alleen maar vergroot. Hij blijft geboeid door de verbazingwekkende hoeveelheid strategieën en mechanismen waarover het lichaam beschikt om zichzelf te handhaven. Constante verandering bewerkstelligt een dynamisch evenwicht. Homeostase, Grieks voor 'alles hetzelfde houden', dát is het wonder. In De wijsheid van het lichaam ontrafelt Nuland het zonder het te desacraliseren. Alles wordt klaar en duidelijk voor een groot publiek uiteengezet.

Dit ingewikkeld en op het eerste gezicht saai onderwerp werd door Nuland omgetoverd in een even leerrijk als boeiend verhaal over lymfvatenstelsel, bloedsomloop (die zich in een normaal mensenleven zo'n tweeëneenhalf miljoen keer voltrekt), zenuwstelsel, ingewanden, hersenen, ontstaan en ontwikkeling van het leven (de eerste aminozuren), de werking van seksuele organen (vanuit een sterk voortplantingsgerichte visie), bevalling, erfelijkheid, celdeling en noem maar op. Het boek werd geschreven voor de belangstellende leek, maar studenten geneeskunde en ook artsen kunnen er zeker hun voordeel mee doen. Het doet soms een beetje denken aan een leerboek, maar dan wel één van de betere soort: helder en aantrekkelijk gepresenteerd. Wat weer niet betekent dat het gemakkelijke lectuur is, het blijft een ingewikkelde materie die ook van de lezer enige inspanning vergt. Maar de soms wat abstracte uiteenzettingen over organen en lichaamsfuncties worden verduidelijkt door goed gekozen voorbeelden uit het leven van alledag en gedetailleerde gevalstudies. Aangrijpende ziektegeschiedenissen en operaties, met getuigenissen van patiënten en artsen, belichten alles vanuit een ander perspectief en maken inleving mogelijk. Het hadden er gerust wat meer mogen zijn.

Nuland maakt de schijnbare chaos in dienst van leven en overleven duidelijk, de integratie van alle elementen in een harmonieus en goed functionerend geheel, waarin alle onderdelen met elkaar verbonden zijn via gespecialiseerde communicatiewegen zoals zenuwstelsel en bloedbaan, door middel van elektrische impulsen en chemische stoffen als de hormonen (afgeleid van het Griekse hormaein, 'stimuleren', 'op gang brengen'). Nuland vergelijkt het met een samenleving opgebouwd uit speciale eenheden of steden met ieder een specifieke taak. Zenuwprikkels en hormonen "houden alle burgers in deze samenleving op de hoogte van wat er gebeurt, vertellen hen hoe ze hun steentje kunnen bijdragen aan de gezamenlijke inspanning van het leven".

Razend moeilijke onderwerpen worden meesterlijk en beeldrijk beschreven. Het lijkt wel of je over de schouder van de chirurg mag meekijken. Zoals nieuwsgierige assistenten die toestromen als het gerucht de ronde doet dat er een heel bijzondere operatie bezig is. In het hospitaal waaraan Nuland verbonden is, werden daarvoor metalen voetbankjes voorzien die toelaten over de hoofden van het operatieteam mee te kijken.

De auteur loopt soms wat te opzichtig in zijn vlot geschreven verhaal rond. Al krijgt de lezer op die manier wel zicht op de zware keuzen en dilemma's waar chirurgen (en medici in het algemeen) vaak mee geconfronteerd worden, wat hen daarbij zoal door het hoofd gaat. In klinische noodsituaties moet niet zelden een beslissing genomen worden op basis van te weinig informatie; keuzen die iemands leven kunnen redden of beëindigen. Soms kan men niet anders dan hoog spel spelen. Loopt zo'n aartsmoeilijke operatie goed af dan overheerst een opwindend gevoel van triomf. Daar staan de vele tragedies in de operatiekamer tegenover, waar niemand ooit aan gewend raakt en die des te harder aankomen als de ongelukkige patiënt iemand uit de eigen leeftijdscategorie is. Er staan enkele heldenverhalen in het boek, onmogelijke diagnoses die Nuland toch maar gesteld heeft, waardoor patiënten van een gewisse dood gered werden. Maar hij spaart zichzelf ook niet, hij weet een fout toe te geven, heeft het openlijk over gevoelens van mislukking en schuld. Aan al het zielsonderzoek moet je in het begin wel even wennen. Het is blijkbaar cultureel bepaald, nogal wat Amerikaanse wetenschappers nemen in hun vulgariserend werk veel persoonlijke anecdotes en gegevens op. Heel even maakt Nuland ook gewag van een ander typisch Amerikaans verschijnsel, Amerikaanse medici worden steeds veelvuldiger financieel aansprakelijk gesteld als er iets misloopt en zijn niet meer bereid zomaar om het even wie te behandelen.

Waar mogelijk, bij spoedgevallen met onbekende patiënten bijvoorbeeld, probeert de chirurg zoveel mogelijk afstand te bewaren tot de persoon die geopereerd moet worden. Een lichaam waar je het mes moet inzetten, kun je maar beter als een anonieme verzameling organen en weefsels zien. Dat is ook een van de redenen waarom chirurgen de plek waar een incisie gemaakt wordt volledig afschermen, veelal wordt ook het slapende gezicht van de patiënt onder een doek verborgen. Niet alleen om infecties te voorkomen, ook omwille van de afstand. Het besef verkleinen dat je in een persoon snijdt, het leven in handen hebt van een man of vrouw.

Orgaantransplantatie is in de VS heel gewoon geworden, dagelijks worden donororganen 'geoogst', zoals dat heet. Nuland beschrijft een harttransplantatie die hij heeft bijgewoond, met alles wat daar komt bij kijken. Ook de psychologische en ideologische problemen die de ontvanger van het orgaan nadien met het vreemde ding in zijn lichaam kan krijgen, wanneer het bijvoorbeeld afkomstig is van een persoon met een andere huidskleur. Tussendoor verneem je ook heel wat over de geschiedenis en de ontwikkeling van de geneeskunde. Veel aandacht gaat naar de etymologie van medische begrippen, met daarin boeiende sporen van misvattingen uit het verleden. De medische term voor slagader bijvoorbeeld, arterie, komt van het Griekse woord voor luchtbuis. Vroeger nam men aan dat de aders geen bloed, maar een op lucht lijkende stof bevatten (pneuma).

Nuland is een bevlogen medicus met een groot inlevingsvermogen en veel respect voor zijn patiënten. Hij is sterk geïnteresseerd in mensen en noemt zichzelf daarom een ouderwets arts. Hij maakt duidelijk onderscheid tussen geneeskunde en geneeskunst. Van levensbegin tot levenseind wordt volgens hem al te veel aan artsen overgelaten. Hij ziet de medicus meer als een deskundig toeschouwer en helper bij de natuurlijke neiging van het lichaam om zijn gezondheid te herstellen.

Volgens Nuland is de mens meer dan de som van zijn biologische delen. Een tastbaar bewijs heeft hij niet en hij keert zich ook tegen metafysische verklaringen voor zaken die wetenschappelijk perfect verklaard zijn. Speculaties die niet uitgaan van waarneembare, reproduceerbare en in beginsel controleerbare feiten bezitten geen enkele geldigheid. Over sommige lichaamsfuncties weten we nog maar weinig, het limbisch systeem bijvoorbeeld, een hersengebied dat zich vooral bezighoudt met onze emoties en instincten maar ook een belangrijke rol speelt bij leren en herinneren. Nuland is ervan overtuigd dat uiteindelijk alles ontdekt en verklaard zal worden. Hij is een overtuigd 'mechanist', alle levensprocessen kunnen worden herleid tot biochemische processen. Hij ziet geen heil in het vitalisme, dat stelt dat het leven en de levensprocessen niet uit louter materiële factoren bestaan, dat er een immaterieel vitaal principe moet zijn, een élan vital of levenskracht. Nochtans meent deze scepticus dat de menselijke geest, geweten en moraal, "eigenschappen van het lichaam, producten van de organisatie en integratie van de veelheid van fysische en chemische verschijnselen waaruit ons lichaam is opgebouwd", niet volledig te herleiden zijn tot fysisch-chemische processen. De biologie zorgt wel voor de ingrediënten, maar daar wordt volgens Nuland toch een wonder uit bereid, met name de menselijke geest. Zijn argumentatie hieromtrent is verre van overtuigend.

Zijn stijl is soms wat hoogdravend en breedsprakerig, vooral waar hij zich op andere terreinen dan de geneeskunde waagt. Zijn filosofische uitweidingen over onderwerpen die met moraal, opvoeding, kunst en liefde te maken hebben zijn ook nogal idealiserend. Door zijn verheerlijking van het menselijke wonder schemert ook een wat laatdunkende kijk op andere dieren door.

Het boek is een echte aanrader voor wie zijn kennis van het lichaam wil opfrissen en zijn begrip ervoor wil verdiepen. Het omvat een goed register en een bruikbare verklarende woordenlijst, maar helaas geen bibliografie. De vertaling is voortreffelijk. De tekeningen en schema's in het boek zijn duidelijk, al is er bij de benaming van de onderdelen van het hart wel iets fout gelopen. Het is eigenaardig genoeg ook een geruststellend boek. Natuurlijk lees je over lichaamstoornissen, ziekte en trauma, de schrijver is tenslotte chirurg, maar de klemtoon ligt in de eerste plaats op de homeostase, het ronduit verbijsterend herstel- en regeneratievermogen van het lichaam. Nuland benadrukt sterk het individueel verloop en karakter van elke ziekte en elke patiënt. Ieder individu is nu eenmaal uniek. Wilskracht en vertrouwen in een goede afloop zijn van groot belang. Een wijs boek dat velen tot steun kan zijn.

Nuland, Sherwin B. - De wijsheid van het lichaam, Amsterdam, Anthos, 1997

Gepubliceerd in De Morgen, 12 februari 1998