Kromgaan met historische foto's | Een museum tegen of voor uitsluiting?

Halverwege november 2011 wendde de curator van het nog op te richten Vlaams Holocaustmuseum, professor Herman Van Goethem, zich via de media tot het grote publiek om een foto uit 1942 thuis te brengen. Volgens de professor kon dat door het ijzeren hekken op de achtergrond te lokaliseren. In verscheidene media, onder meer Terzake, voegde de professor daar een historisch gezien gammel verhaal over de foto aan toe. Het beeld zou gemaakt zijn op 8 augustus 1942, er zouden Joden op staan die van Mechelen (doorgangskamp kazerne Dossin) naar Auschwitz werden gedeporteerd maar onderweg van trein moesten wisselen. De mensen op de foto, verzekerde Van Goethem met klem, zouden drie dagen later zijn omgebracht in Auschwitz. De professor had ook een aantal onder hen laten identificeren, allen weggevoerd met het derde konvooi uit Mechelen. In het RTBf journaal liet hij een foto zien met hun transportnummer en hun namen werden in verscheidene kranten gepubliceerd. In La Libre Belgique maakte Van Goethem van de gelegenheid misbruik om de analyse die historicus Lieven Saerens recent maakte van een andere foto van weggevoerde Joden onwetenschappelijk te noemen, in tegenstelling tot zijn, Van Goethems benadering. 

 

Als auteur van een recent boek over onze omgang met historische foto's, Kijken zonder zien. Omgaan met historische foto's, en goed thuis in de materie van deportatie en uitroeiing, trok ik bij zoveel wetenschappelijke onkunde en gebrek aan collegialiteit grote ogen. Het derde konvooi uit Mechelen vertrok pas op 15 augustus, dus zeven dagen nadat de foto onderweg naar Auschwitz zou zijn gemaakt. Om maar iets te noemen. Achterop de foto (die acht jaar geleden door een Gentenaar werd gevonden op een beurs voor militaria en eind 2010 aan Van Goethem en andere historici bezorgd) staat overigens niet 8 maar 9 augustus (Le 9–8-42 Départ de juifs).

Begin december vorig jaar wees ik in enkele lezingen over historische foto's terloops op deze foute aanpak en foute interpretatie. Kort nadien ving ik op dat ook Van Goethem de eigen interpretatie betwijfelde. Ondertussen waren heel wat mensen bezig met diens foute interpretatie en kwamen er tal van suggesties binnen. Maar Van Goethems interpretatie bleef op de website van kazerne Dossin staan en is nog altijd na te lezen in verschillende media.

Dat zinde me als rechtgeaard historicus niet en op 12 januari vroeg ik Van Goethem in een mail om een stand van zaken - mail die ik in zichtbare kopie ook aan enkele historici en media stuurde. Van Goethem reageerde meteen met een nieuwe interpretatie van de foto, ontkende mensen op de foto geïdentificeerd te hebben (wat hij kort nadien toch moest toegeven) en legde mij en alle andere bestemmelingen een embargo op. Christian Laporte, de journalist van La Libre Belgique die Van Goethem eerder aan het woord liet,  sloot zich bij dat embargo aan omwille van wat nu plots sereniteit heette. Ondertussen waren dus wel verkeerde slachtoffers van Auschwitz geïdentificeerd en geloofden veel mensen in de foute Holocaustinterpretatie van de professor.

Nadat ik liet weten dat ik het embargo niet zou respecteren omdat het grote publiek recht heeft op een rechtzetting, schoten Van Goethem en Laporte snel in gang. Op maandag 16 januari al publiceerde Laporte een groot artikel waarin Van Goethem zijn nieuwe interpretatie gaf. Diezelfde interpretatie stond dezelfde dag ook op de website van de Dossinkazerne en kort nadien ook in Joods Actueel.

Nu wordt met grote stelligheid geponeerd dat de foto op 3 augustus 1942 in Luik werd gemaakt, dat er mogelijk Joden en niet-Joden op staan. Het zou gaan om Joden die op die dag uit Luik werden weggevoerd voor dwangarbeid aan Duitse militaire versterkingen in Noord-Frankrijk dat door de Duitsers was bezet.

Ook het nieuwe verhaal (http://www.kazernedossin.be/content/foto-3-augustus-1942) is niet echt overtuigend. Om te beginnen staat achterop de foto 9 augustus. Die 9 (volgens Van Goethem een 8) kan een haastig geschreven 3 zijn, en de tekst achterop is mogelijk onjuist en/of later toegevoegd. De professor rept over dit alles met geen woord.

Hoe komt hij bij 3 augustus uit? Op basis van weerberichten. De straat op de foto ligt er volgens hem nat bij en het heeft begin augustus dat jaar veel geregend. Voilà! Het heeft toen inderdaad veel geregend maar op de foto is daar weinig van te zien. De kasseien glimmen weliswaar, maar te oordelen naar de op de foto geworpen schaduwen werd het beeld mogelijk vroeg in de ochtend gemaakt en dan glimmen de straatstenen misschien van de dauw. Of de foto werd toch op 9 augustus gemaakt en misschien had het toen ook geregend. Van Goethem rept daar met geen woord over. Maar hij schrijft wel dat hij zich van datum heeft vergist. Het is niet 15 augustus zoals hij aanvankelijk dacht want, gaat hij verder, het heeft op die dag niet geregend. Maar de prof heeft het nooit over 15 maar wel degelijk over 8 augustus gehad. Vraag is dus waarom hij niet natrok of het in Luik ook op 8 of 9 augustus 1942 geregend heeft.

Ook merkwaardig blijft dat op de foto maar één persoon met Jodenster staat. In België was de Jodenster begin juni 1942 verplicht gesteld en op het niet dragen ervan stonden zware sancties. Als op de foto Joden staan die zich 'aanmelden' voor verplichte tewerkstelling (Arbeitseinsatz) dan zouden ze vermoedelijk niet zo gek zijn om zich zonder Jodenster aan te melden. Van Goethem verklaart dat niet.

Hopelijk is dit alles niet representatief voor het nog op te richten Holocaustmuseum. Verontrustend is wel dat heel wat media zonder enig spoor van kritiek het woord verlenen aan een curator die zich in sneltreintempo als holocaustspecialist wil profileren en van 'zijn' foto een het icoon van dat museum wil maken (terwijl er al zo'n aangrijpend icoon van de binnenkoer van de Dossinkazerne bij de voorbereiding voor een deportatie bestaat).

Van Goethem hamert voortdurend op het uitzonderlijk karakter van 'zijn' foto en gaat voorbij aan de mogelijkheid dat tal van foto's niet bewaard gebleven of nog niet ontdekt zijn, onder andere omdat er pas vele decennia na het einde van de Tweede Wereldoorlog in België enige belangstelling kwam voor wat nu Holocaust heet. Een publieke oproep voor het opsporen en grondig onderzoeken van dergelijke fotomateriaal ware beslist zinniger geweest.

Verontrustend ook is dat de media geen belangstelling hebben voor visies die afwijken van de gestandaardiseerde collectieve Holocaustherinnering. Maar Canvas, kondigt Van Goethem al fier aan, komt wel met een programma over zijn aanpak van deze foto! Ook verontrustend is dat de historici die ik vorige donderdag aanschreef, zich duidelijk niet in de discussie over deze toch wel verbijsterende omgang met een historische foto willen mengen en doen alsof hun neus bloedt. Ontstellend is dat twee historici die ik vroeg om dit opiniestuk (na lectuur en correctie) mee te ondertekenen, dat niet aandurfden. De één uit angst voor de Joodse lobby, de ander uit angst zijn job te verliezen. Proef op de som: De Standaard weigerde (na raadpleging van de redactie) dit opiniestuk te publiceren en De Morgen reageerde niet.

Op 19.1.2012 gepubliceerd in Salon van Sisyphus en De Wereldmorgen.

POST SCRIPTUM (Mail verstuurd aan tientallen historici, academici en andere mogelijk geïnteresseerden, 19.1.2012)

Beste collega's en andere geïnteresseerden,

Hierbij het vandaag in De WereldmorgenSalon van Sisyphus en op Serendib verschenen opiniestuk over de affaire rond de foto '9-8 42 Départ de juifs'. Het opiniestuk heb ik na veel wikken en wegen maandagavond geschreven en aan De Standaard en De Morgen aangeboden. De eerste krant weigerde na intern beraad met de redactie, de tweede  nam niet de moeite om me wat dan ook te laten weten.

Gisterenavond pas vernam ik dat Herman Van Goethem diezelfde maandag rond 11u50 een mail heeft gestuurd naar allen die de door mij op gang gebrachte discussie over deze foto totnogtoe hebben gevolgd, met uitsluiting van mijn persoon en toevoeging van een aantal andere mensen die VG belangrijk vond. Dat is eens te meer geen goed begin voor een museum dat over in- en uitsluiting van medemensen en mensengroepen zou moeten gaan. Als je dan bovendien de persoon die je uitsluit achterbaks beschuldigt van laster en agressieve mails die (dus?) niet meer moeten beantwoord worden, en als alle omstanders, alle bestemmelingen van die mail, rustig blijven toekijken en de geviseerde persoon niet op de hoogte brengen van uitsluiting en laster, dan kan die persoon zich niet verdedigen en wordt hij veroordeeld zonder vorm van proces, zeker als zijn enige macht in tegenstelling tot HvG uit kennis bestaat.

Zoals HvG voordien ontkende personen op de bewuste foto in verscheidene media met naam en toenaam geïdentificeerd te hebben, ontkent hij ook nu weer een bepaald onderzoek van Lieven Saerens (anders dan HvG wel een 'holocaust'specialist), met onjuiste argumenten te bekladden (dérapage historique, terwijl VG beweert wel volledig wetenschappelijk te werk te gaan – La Libre Belgique, 18 november 2011). Tot voor deze door mij op gang gebrachte discussie hebben noch HvG, noch Christian Laporte (die het artikel in LLB schreef) zich hiervoor openlijk verontschuldigd. En ook nu is de aantijging tegen Lieven nog steeds niet op fatsoenlijke wijze rechtgezet.

Ontsteld over deze oncollegialiteit heb ik in de voorbije weken veel telefoongesprekken en mails met Lieven Saerens uitgewisseld. Zo ben ik jammer genoeg veel meer te weten gekomen dan me lief is over de profileringsdrang van curator HvG. In de discussie die ik hier op gang probeerde brengen, sijpelde hier en daar iets door van wat ik zoal van Lieven en anderen vernam. Maar daar moeten Lieven en die anderen zelf maar meer over vertellen als ze dat ooit aankunnen.

Want dat valt zo pijnlijk op in dit dossier over een vreselijke periode in de Belgische en Europese geschiedenis. Historici en media springen met het nog op te richten museum en zijn curator om alsof het om een halszaak gaat of een zaak van absoluut staatsbelang. Velen drukken me op het hart niet bekend te maken wat ze me per se willen toevertrouwen over schandelijke praktijken die ze menen waar te nemen bij en rond dat museum. En wie me niet op deze bedenkelijke wijze in vertrouwen neemt, zwijgt als vermoord. Als echte omstanders – niet bepaald een onschuldig begrip in de context van de Endlösung –alleen maar wegkijken, ook wanneer iemand wordt uitgesloten zonder kans op verdediging.

Dat deze in wezen interessante discussie over hoe een historicus met foto's als bron mag/moet omspringen, en of je daarbij onvoldoende gecontroleerde, ja zelfs  foute informatie mag verspreiden, door HvG wordt afgedaan als een persoonsgerichte polemiek is alleen maar mogelijk door de afzijdige houding van jullie omstanders. Maar ik blijf hopen dat iemand de moed heeft om het polemisch karakter te doorbreken en de discussie waarover het in wezen gaat werkelijk aan te vangen.

Gisteren vernam ik ook dat Lieven maandagavond nog heeft gereageerd op Van Goethems ontkenning van het manifeste feit dat hij een bepaald onderzoek van Lieven Saerens een 'historische uitschuiver' heeft genoemd in tegenstelling tot zijn, Van Goethems, wetenschappelijke werkwijze (een pijnlijk gebrek aan zelfinzicht en –kritiek). Lieven heeft zijn reactie helaas alleen aan Van Goethem gestuurd, ook al had hij de bedoeling, verzekert hij mij en blijkt ook uit de aanspreking van zijn mail ('waarde collega's'), om het naar iedereen die de mail van VG had ontvangen te sturen (dus niet naar mij). Gisterenavond zei hij me dat dat niet gelukt was omdat hij de functie 'Allen beantwoorden' niet kende en het dinsdag en woensdag ook te druk had. Hij zou zijn reactie vandaag naar iedereen sturen. Tot dan blijf ik door VG van laster beschuldigd en neemt niemand de moeite om dat te weerspreken. Dat terwijl met een minimum aan inspanning (even het artikel van Lieven lezen en de aantijgingen in LLB) duidelijk kan worden dat HvG Lieven Saerens heeft belasterd, ik daartegen heb geprotesteerd en daarom door HvG van laster wordt beschuldigd. Onvoorstelbaar vind ik het dat slechts twee collega's me (laattijdig) op de hoogte brachten van de mij uitsluitende mail van HvG.

In zijn reactie schrijft Lieven wel dat hij niet van dit soort polemieken houdt, maar hij vergeet erbij te vertellen dat hij op de achtergrond de polemiek heeft gevoed en het toejuichte dat ik zijn verdediging opnam.

Gezien het ondertussen publieke karakter van de discussie rond de omgang met deze foto en de ethische noodzaak om hier in alle openheid mee om te gaan en wie weet een publiek debat op gang te brengen; gezien ook het feit dat HvG almaar meer bestemmelingen insluit, terwijl hij de persoon uitsluit die de in se interessante discussie op gang bracht en ervoor zorgde dat de onjuiste interpretatie van de foto en identificatie van mensen erop werd rechtgezet, stuur ik dit opiniestuk en deze mail ook naar vele tientallen academici, mediamensen, politici en andere geïnteresseerden in blind copy. Verdere verspreiding is welkom.

Hopelijk komt er alsnog een discussie op gang, maar de Herman Van Goethem die ik in korte tijd tijdens deze discussie, via een persoonlijk aan mij gerichte mail (om te lijmen en de publieke discussie stop te zetten) en via enkele collega's heb leren kennen, heeft zich nog voor het museum bestaat op bedenkelijke wijze laten kennen. Gelukkig zijn mensen ook voor verbetering vatbaar.

Komt er geen ernstige discussie van de grond dan kan ik daar alleen uit afleiden dat afwijkende inzichten en kritiek niet welkom zijn en dan zal ik vanuit de marge die me aldus wordt toegemeten het hele gedoe vanop kritische afstand blijven bekijken. 

Een collegiale groet lijkt me niet echt op zijn plaats, laat ik dan maar besluiten met een vriendelijke groet,

Gie van den Berghe

*****

Op De Wereldmorgen kwamen enkele reacties die toelieten een en ander uit te diepen.

Een anonymus verweet me 'jaloers te zijn op een postje'. Daarop gaf ik volgend antwoord: 

Niet iedereen jaagt op postjes, macht en geld

Mensen beoordelen medemensen al te makkelijk met eigen maatstaven, streefdoelen en verlangens. Dat men me zoiets kleinmenselijks als jaloersheid zou aanwrijven als ik zou reageren op het foute verhaal van Van Goethem (de compromis-curator van het nog op te richten holocaustmuseum), realiseerde ik me meteen. Daarom heb ik ook niet onmiddellijk gereageerd en gehoopt dat iemand anders de (euvele?) moed zou hebben om enkele kritische kanttekeningen te maken bij die foute interpretatie. Helaas is dat niet gebeurd en erger, liet Van Goethem bijna twee maand zijn foute interpretatie staan, ook al wist hij ondertussen beter. Daarom ben ik toch in gang geschoten en heb ik in een mail aan Van Goethem en enkele historici het vuur aan de lont gestoken. Dat is me zuur opgebroken, want Van Goethem duldt blijkbaar geen kritiek en geeft me van verdere communicatie en discussie uitgesloten, zelfs zonder me dat te laten weten (zie het post scriptum op http://www.serendib.be/artikels/kromgaan) en me ook nog eens beschuldigend van lasterpraat.

Postjes heb ik mijn hele leven niet nagestreefd. Ik ben wat dat betreft een anarchist: macht corrumpeert. Dat blijkt ook nu weer. Wat dat Vlaams Holocaustmuseum betreft, ik ben altijd een verklaard en openlijk tegenstander geweest van dat concept, laat staan dat ik er een postje zou willen in bekleden. Wie me niet gelooft, leze de vele artikels die ik hierover geschreven heb, onder meer http://www.serendib.be/artikels/geenholocaustmuseum.htm       Ernstige kritiek is van harte welkom, maar aan dit soort persoonsgerichte verdachtmakingen zal ik verder geen tijd en energie meer verspillen.

nog aangevuld door: Volledigheidshalve ook nog even aanstippen dat curator Herman Van Goethem er maar gekomen is omdat alle vorige concepten voor het in 2000 door Patrick Dewael aangekondigde holocaustmuseum (naast een museum over de Vlaamse ontvoogding) afgekeurd zijn. Het eerste in sneltreinvaart in elkaar gestoken concept door historici. Het tweede door historici uitgewerkte concept (waaraan ik hard heb meegewerkt) door politici onder Joodse druk in de vuilbak gedeponeerd. De historici, zoals Rudi Van Doorslaer en Herman Van Goethem, die nu achter de schermen of op het toneel aan het nieuwe concept meewerken (er zijn er nog heel wat, maar ik wil niemand in verlegenheid brengen) zijn voor die Joodse of beter zionistische drukkingsgroepen wel aanvaardbaar en kunnen niet anders dan in de pas van die drukkingsgroepen lopen. Wie hierover durft te schrijven wordt verdacht gemaakt en uitgesloten. Misschien dwaal ik, maar als ook zij er het zwijgen toe doen (bijvoorbeeld om de beschuldiging dat ze 'gewoon' jaloers zijn), wie zal dat museum, eens het er is, nog kritisch durven bekijken? Wordt het een belangrijk museum? Zeker wel. De hele schoolgaande jeugd zal er voorspelbaar door gejaagd worden. Laten we hopen dat er niet alleen aan de Jodenuitroeiing (Endlösung, verkeerdelijk Holocaust - brandoffer aan god - geheten) aandacht wordt besteed en dat die genocide niet als een breuk in de beschaving wordt voorgesteld. Niet als iets unieks, wel als iets des mensen. 

***

Hierop kwam het eveneens anonieme verwijt dat het niet om een Vlaams Holocaustmuseum gaat en dat het nieuwe museum Kazerne Dossin. Memoriaal, Museum en Documentatiecentrum over Holocaust en Mensenrechten  zal heten. Verder werd gesteld dat de formulering "er scholen door jagen"  afbreuk doet aan de verbreding van thematiek, de keuze voor een nieuw educatief concept en een aandacht voor publiekswerking én internationaal publiek.

Waarop ik reageerde met:  heb nergens geschreven dat 'Vlaams Holocaustmuseum' de benaming zou zijn van het museum waar het hier over gaat. Maar het is wél een Vlaams (en geen Belgisch) museum en het voert het (zoals gezegd verkeerde) begrip 'Holocaust' en niet 'genocide' in het algemeen in het vaandel. De in Joodse kringen gehuldigde uniciteit, weet je wel? Vlaams Holocaustmuseum was ook de benaming die Patrick Dewael er in 2000 aan gaf. Een initiatief van de Vlaamse regering, niet van de Belgische. Vlaanderen had toen af te rekenen met het succes van het Vlaams Blok (nu Vlaams Belang) en de herinnering aan de Endlösung of Jodenuitroeiing gebruiken als wapen tegen extreemrechts. Wallonië zat daar toen niet mee. Dus wel degelijk een Vlaams Holocaustmuseum. Geschiedkundig, politiek en ideologisch gezien is de benaming Vlaams Holocaustmuseum dus zeer zeker van belang. Dat het museum nu een andere naam gekregen heeft, nadat drukkingsgroepen een bredere invulling van het museum hadden teruggefloten, weet ik. Of het huidige concept desondanks een verbreding van de thematiek etc... inhoudt, weet ik niet en kan voorlopig niemand zeggen, alleen maar hopen. Voorlopig is alleen duidelijk dat het museum nog steeds het begrip Holocaust en niet het begrip genocide in het vaandel voert. Dat de schoolgaande jeugd onder zachte of sterke druk zal aangezet of verplicht worden het museum te bezoeken, staat wel vast. Dat was van meet af aan de bedoeling. Maar u heeft natuurlijk het recht om over begrippen en woorden (zoals 'er de scholen door jagen') te struikelen, zoals ik ook het in feite religieuze begrip Holocaust en het filosofisch-religieuze begrip uniciteit verkeerd vindt. Dus neen, de benaming Vlaams Holocaustmuseum, is wat mij betreft niet verkeerd, maar verduidelijkt nogal wat. Zinvolle communicatie voor wie even de moeite wil nemen om daar ook inhoudelijk bij stil te staan.

Nog even over wat u de verbreding van de thematiek betreft. Ik hoop dat u gelijk heeft, maar vrees ervoor. Waarom? De verbreding die door het wetenschappelijk comité van historici werd voorgesteld, nu alweer vijf jaar of langer geleden, een verbreding die terugging tot in de Verlichting, aandacht zou besteden aan de eugenetica en aan alle vormen van in- en uitsluiting, die verbreding werd in elk geval in de vuilbak gedeponeerd (zie hierboven en mijn website). Daar hadden Joodse drukkingsgroepen en politici geen oren naar.

Wat ik nu aan verbreding zie lijkt me aan de smalle kant. Holocaust en niet 'genocide' in het vaandel, waarschijnlijke toespitsing op de Belgische casus van de jodenvervolging, uitsluiting van vele specialisten over dit onderwerp (Lieven Saerens, Pieter Lagrou, ikzelf), keuze voor een tot voor kort onbesproken compromisfiguur Herman Van Goethem, geen specialist in de materie, geklungel rond de foto 'départ de juifs', laatdunkende opmerkingen over een onderzoek van Lieven Saerens, historici die geen kritiek durven uiten en bang zijn voor de Joodse lobby, hun werk te verliezen en die, als ze in de discussie tussenkomen, ook op de vingers getikt worden.

Neen, die verbreding is me niet erg duidelijk.

Gezien ook het feit dat de wel duidelijke verbreding van het wetenschappelijk comité onder leiding van prof. Bruno De Wever in de vuilnisbak belandde, valt helaas ook niet te verwachten dat er veel ruimte is voor verbreding.

Ik hoop dat ik me vergis, maar dit alles voorspelt niet veel goeds. Maar laat ons hopen dat het museum, onder welke naam dan ook, jongeren zal aanzetten tot meer zelfinzicht en maatschappijkritiek.

 

dhr. Jean-Pierre Tillaert wierp het volgende op: een verontrustende vaststelling...

Als leek in deze materie,maar wel met een groeiende belangstelling ,begrijp ik niet waarom professor Van Goethem niet grondiger tewerk is gegaan om zijn fotografische uitleg te weerleggen aan de hand van correkte gedateerde informatie . Heeft hij dan niet verwacht dat iemand tot op het bot zijn plaatjes beschrijving zou ontleden ? De puntgave analyse van Gie van de Berghe bewijst nogmaals dat er meer is onder het oppervlak van een gepubliceerde foto .Los hiervan doe ik een verontrustende vaststelling: kan manipulatie, oppervlakkigheid of waarheidsverachting doorgetrokken worden naar elke vorm van publicatie ? Er zijn natuurlijk nog waarheidsgetrouwen , maar als het leugenschoentje wringt wordt het soms toch aangetrokken om maar hogerop te klimmen.

Mijn antwoord: U werpt voor historici en geïnteresseerden in het algemeen zeer interessante vragen op. Voor de analyse van taal, tekst en geschreven bronnen beschikken we over een heel arsenaal, maar wat beeldtaal betreft tasten historici nog grotendeels in het duister, is het zonder iets als een beeldgrammatica nog behelpen geblazen.

Collega Van Goethem ging ongetwijfeld te goeder trouw te werk, is hoogstwaarschijnlijk ook niet over één nacht ijs gegaan, maar heeft zijn ploeg aan het werk gesteld. Het probleem is waarschijnlijk dat we bij wijze van spreken 'met voorbedachte rade' naar beelden kijken. We zien, zoals de titel van een boek van Errol Morris over fotografie luidt, wat we geloven. En als we een foto in handen krijgen met achterop 'départ de juifs, 9-8-1942' dan denken we vanuit onze kennis hier en nu, zeker als we curator zijn van een Holocaustmuseum, in termen van die genocide. En dan zien we al vlug, bijna onvermijdelijk 'départ des juifs' (niet 'vertrek van Joden' maar 'vertrek van de - alle - Joden') en gaan we wat er te zien is invullen vanuit die niet al te bewuste vooronderstelling. Daar is weinig aan te doen en daar is niks mis mee. Merkwaardig is wel dat het team van onderzoekers waarover Van Goethem kan beschikken - alle toegespitst op de Holocaust en dat museum waaraan ze meewerken - niet verder keek dan zijn neus lang was; dat de professor zelf overhaast naar de media stapte; dat die media (met dezelfde Holocaustblik) direct bereid waren om zonder enige kritische vraagstelling de interpretatie van de professor te volgen en die wijder te verspreiden. Fout was dat Van Goethem, toen hij begin december al besefte dat er iets aan zijn interpretatie schortte, hij die niet rechtzette, ja nog een maand op allerhande websites liet staan, tot ik hem aanspoorde tot een rechtzetting, een nieuwe interpretatie die in tal van opzichten mank loopt. Herman Van Goethem was, zoveel is duidelijk, rotsvast overtuigd van de interpretatie die hij en zijn team aan de foto gegeven hadden (en hebben), zozeer zelfs dat ze zelfs mensen op die foto, mensen die in Auschwitz zijn omgekomen, verkeerdelijk identificeerden. Niet niks toch.

Ik zou dus niet meteen van leugen gewagen. Het is veel interessanter in te zien dat mensen bij het gebruik (vertonen en bekijken) van historische foto's (en foto's tout court), onvermijdelijk door een bepaalde bril, met voorkennis van zaken kijken, plaatsen en interpreteren (want anders zien ze niks of kunnen ze niet interpreteren). Mensen zijn dus vaak te goeder trouw, rechtvaardigen zichzelf dan ook als er kritiek komt, zijn niet meteen oppervlakkig en onwaar bezig. Dat is juist het interessante, geen boosaardig opzet, geen manipulatie om mensen te misleiden, maar goed bedoelde interpretaties, scheefgetrokken door wat we geloven te zien, door wat we vanuit onze hedendaagse belangstelling, kennis en doelstelling willen zien. Heel erg boeiend, zoals ik heb proberen aantonen in 'Kijken zonder zien. Omgaan met historische foto's', een eerste begin over deze thematiek.