In dreams | Hervey de Saint-Denys - Les rêves

In zijn Traumdeutung (1900) verwijst Sigmund Freud naar een boek over dromen van een zekere markies d'Hervey dat hij niet te pakken kreeg. Jammer, Freuds reactie op een werk dat het zijne deels voorafschaduwde maar grotendeels tegensprak ware interessant geweest.

Hervey de Saint-Denys (1822-1892) begon op zijn veertiende een droomdagboek bij te houden, tekeningen en tekst. Al doende herinnerde hij zich zijn dromen almaar beter. In sommige dromen werd hij er zich bewust van te dromen. Hij kon de aandacht toespitsen en het verdere verloop beïnvloeden.

De jonge markies droomde van een overkoepelende theorie maar werd al snel opgeslorpt door universitaire studies. Hij werd een befaamd oriëntalist en een geziene figuur. Maar het dromen liet hem niet los; op zijn vijfenveertigste publiceerde hij zijn bevindingen, anoniem.

Bovennatuurlijke verklaringen waren niet aan hem besteed, dromen zijn geen boodschappen uit een 'andere wereld' maar een weerspiegeling van wat ons overdag bezighoudt. Als kind van de Verlichting kon Hervey niet geloven dat de rede volledig inslaapt. Het denken circuleert verder, zoals het bloed. Geen slaap zonder droom. Dromen zijn de gedachten van de slaap.

Herinneringen, de grondstof van dromen, vergeleek Hervey met de clichés die toen in de pasgeboren fotografie werden gebruikt. Het moment van opname, invalshoek en belichting bepalen helderheid of vaagheid. De pakhuizen van het geheugen zitten barstensvol clichéherinneringen. Vele zijn vergeten, andere waren nooit bewust, maar eens gereactiveerd blijken ze haarscherp in het geheugen geprent. Neem Herveys droom over Brussel. Al was hij er nooit geweest, alles leek levensecht, heel erg gedetailleerd. De Sint-Goedele kathedraal, dat viel nog te begrijpen, hij had wel eens een gravure gezien; maar die aanpalende straat, scherp als een foto, dat ging zijn petje te boven. Hij spitste in zijn droom de aandacht toe om, als hij in Brussel kwam, de straat te zoeken. Dat hij ze uiteindelijk niet vond was een hele opluchting, want daar had hij geen rationele verklaring gehad. Jaren later, op doorreis in Frankfurt, herkende hij de straat als de Judengasse. Alle ingeprente details klopten en hij was er eerder geweest, enkele jaren voor de Brusselse droom.

Inhoud en betekenis van dromen interesseerden hem niet, dat waren toch maar vervormde herinneringen, willekeurige ideeënassociaties. Voor Hervey was de droom een middel om onze geestelijke vermogens te bestuderen: de door de slaap verzwakte aandacht en wil, het daardoor aangesterkte geheugen en verbeelding.

Jean-Louis Formey, een achttiende-eeuws filosoof, vergeleek onze ideeën overdag met voor de arbeid ingespannen paarden. 's Avonds, bij het inslapen, worden de teugels gevierd en mogen ze naar hartelust ronddolen. Hervey zag dat anders, de eigenaar behoudt altijd een zekere controle over paard en ideeën. 'Komaan', zei hij in een droom tot zichzelf, 'het paard dat ik berijd is slechts illusie, het platteland slechts decor. Ik wil galopperen, ik galoppeer; ik wil stoppen, ik stop; en aan een wegsplitsing gekomen, kies ik welke kant ik uit wil'.

Kon hij de weg soms mee bepalen, wat onderweg gebeurde werd grotendeels bepaald door spontane associaties, onverwachte herinneringen. Maar zijn tussenkomsten wierpen resultaat af, monsters en spoken vervaagden als hij ze star bleef aankijken. Overdag creëerde Hervey associaties die hij 's nachts probeerde op te roepen. Liet een bediende hem in zijn slaap het parfum van een geliefde dame opsnuiven, dan droomde hij steevast in haar armen weg. Om een terugkerende droom over een wurgslang te verdrijven liep hij dagenlang met een kogelriem rond de nek, kwestie van een reflex te conditioneren die hem naar zijn jachtgeweer deed grijpen. Het werkte!

De snel in vergetelheid geraakte markies werd goed dertig jaar geleden herontdekt en wordt tegenwoordig erkend als een van de pioniers van delucide droom. Heldere dromen, zoals die andere wegbereider Frederik van Eeden ze noemde, zijn relatief zeldzaam. Eén op de twee mensen heeft ze wel eens en kan actief tussenkomen, bijvoorbeeld welbewust uit een nachtmerrie ontwaken. Mits de nodige training en volharding kan iedereen bij momenten bewust dromen.

Lucide dromen doen het goed in New Age-kringen maar ook wetenschappers zijn geïnteresseerd, al blijft een en ander controversieel. Bewust dromen opent nieuwe perspectieven voor slaap- en droomonderzoek en zou tegen nachtmerries en fobieën helpen. De mate van bewustzijn en controle wordt nogal eens overdreven. Sommigen prijzen lucide dromen aan als het ultieme wondermiddel. Dromen als drug. Met de bijbehorende markt, van duur handboek tot peperduur droomtoestel. Het bedrog van dromen.

Hervey de Saint-Denys - Les rêves et les moyens de les diriger, Paris, 1867 (heruitgegeven in 1964 en 1993).

Gepubliceerd in De Standaard der Letteren van 22.5.2003, in de reeks Zolderboeken en in Mores, november 2003.