Het verhaal van de moraal

Is er op moreel gebied een verschil tussen iets denken en het daadwerkelijk doen? Soms dagdroom ik hoe het zou zijn als... ik in een kerk een joekel van een scheet zou laten, ik die ene lastige klant een oplawaai zou verkopen, ik die lekkere meid tegenover mij eens een flinke beurt zou kunnen geven, ik gewoon een bank zou binnenstappen met een wapen en rijk zou buitenstappen, ik een computervirus zou uitvinden dat de halve wereld zou lamleggen en niemand me zou kunnen betrappen,... 
Nu heb ik me al dikwijls afgevraagd of het niet hetzelfde is dat je iets daadwerkelijk doet en erover droomt om het te doen (denk maar aan bijvoorbeeld masturbatie of vloeken in jezelf terwijl je uiterlijk vriendelijk blijft tegen iemand). 
Is dit op moreel gebied ook verwerpelijk of is men vrij om in je fantasie alles te doen wat je wil zolang je maar niets of niemand schaadt? 
(vraag van een zevendertigjarige man op www.ikhebeenvraag.be) 

Zoals op vele terreinen is er ook op moreel gebied een wereld van verschil tussen iets denken en iets daadwerkelijk doen. Denken aan iets misdadigs of crimineels bijvoorbeeld, is terecht niet strafbaar. Een mens voet niet alles wat hij denkt of fantaseert ook uit. 

Maar het is een interessante vraag. Ze geeft aan hoezeer in deze tijd en maatschappij (en in bepaalde sociaaleconomische kringen) morele regels verinnerlijkt zijn. Dat was ooit anders. Die verinnerlijking is het resultaat van een evolutie van dwang van buitenaf ( Fremdzwang ) naar dwang van binnenuit ( Selbstzwang ). Van dwang uitgeoefend door vreemden naar zelfdwang of -controle. Dat althans is de analyse van Norbert Elias, een van de grootste sociologen van de twintigste eeuw, in zijn Über den Prozess der Zivilisation (1939, pas in 1982 in het Nederlands vertaald als Het civilisatieproces ). Elias analyseert een en ander onder meer aan de hand van etiquetteboeken. In die civilités brengen bekende (Erasmus) en minder bekende auteurs burgers aan het verstand hoe zich fatsoenlijk te gedragen in gezelschap (de neus niet met de vingers snuiten, niet op de grond spugen als je aan het tafelen bent...). Regels die in 15 de eeuw nog aan volwassenen moesten worden voorgehouden, werden in enkele eeuwen tijd almaar verder verinnerlijkt door sociale druk, imitatie, stands- en klassenbewustzijn, opvoeding en onderwijs. In die mate dat hedendaagse (volwassen) mensen het gevoel hebben dat die regels 'eigen' zijn, uit henzelf komen, ja vaak als de (morele) kern van iemands persoonlijkheid worden aangevoeld. Vandaar dat wie zo'n regel overtreedt, al is het maar in gedachten, zich vragen kan stellen of schuldig kan voelen. Dit proces van verinnerlijking maakt, zoals u begrepen heeft, vandaag 'natuurlijk' deel uit van eenieders opvoeding tot (culturele) volwassenheid of socialisatie. 

Veel van de voorbeelden die u geeft hebben mijns inziens niet zoveel met moraal te maken, al is daar discussie over mogelijk. Al dan niet een scheet laten in de kerk zou ik bij fatsoensregels onderbrengen; een bank beroven of de halve wereld lamleggen door middel van een virus, hoort tegenwoordig thuis in de criminele sfeer. Vloeken in jezelf maar uiterlijk vriendelijk blijven, lijkt me in veel omstandigheden verstandig en geciviliseerd, niet echt een moreel probleem. En met dromen over masturbatie of dat daadwerkelijk doen is al helemaal niets... aan de hand. Die voorbeelden geven wel aan hoe verschillend mensen 'moraal' invullen en waarschijnlijk ook dat moraal en het denken erover aan evolutie onderhevig zijn. Als moraalwetenschapper (ethicus) zou ik moraal (regels van goed en kwaad) iets minder toepassen op de privésfeer en iets meer op maatschappelijke fenomenen. Zoals bijvoorbeeld: de brede kloof tussen arm en rijk (in onze maatschappij én wereldwijd); banken die onoordeelkundig met andermans geld omspringen, over kop dreigen te gaan, gered worden door staatssteun (belastinggeld) maar als die Staat iets terug vraagt stellen dat ze dat op hun klanten zullen verhalen; regeringen die maandenlang paniek zaaien over een verschrikkelijke epidemie die er niet komt en handen vol geld uitgeeft aan virusremmers en een vaccin dat mogelijk onvoldoende getest is; de biotechnologische veranderingen die ons te wachten staan (vooral, doch niet uitsluitend, op het vlak van voortplanting)... 

(november 2009)