God als schepping

Heeft God werkelijk de wereld en de mens geschapen, of heeft de mens God zelf verzonnen? (vraag van veertienjarige jongen op www.ikhebeenvraag.be

Aangezien wereld en mens met zekerheid bestaan en god - tot het bewijs van het tegendeel - niet, heeft de mens god geschapen. Mensen hebben om verschillende, vaak vrij dwingende redenen, goden bedacht of 'geschapen'. Bemerk dus dat er in aanvang niet één god was, maar veel goden (geen monotheïsme maar polytheïsme), een god voor elke onverklaarbaar feit of (natuur)fenomeen, zoals bliksem en donder, zon en maan, uitspansel (de 'hemel'!) en vulkaan (het vuur van de hel). Goden verklaarden wat (bij gebrek aan proefondervindelijke wetenschap) nog grotendeels onverklaarbaar was. En op die manier stelden ze gerust, gaven ze zin aan het leven. Want door tot die goden (of god) te bidden, door die goden te dienen (gods-dienst) kon men hen kalmeren, gunstig stemmen, op andere gedachten brengen, bliksem en donder afwenden, in de hemel (in plaats van in de hel) geraken en dergelijke meer. Goden waren dienstbaar, deden aan 'mensendienst', waren gebruiksvriendelijk. Vooral ook omdat de Mens, als schepper van die goden of god, zichzelf als hun evenbeeld zag ('geschapen naar zijn evenbeeld'), het voorwerp dus van hun goddelijke aandacht en zorg; een wezen dat uiteindelijk, in het hiernamaals, onsterfelijk zou worden, de goden gelijk.  Het veronderstelde bestaan van god(en) heft dus uiteindelijk ook de menselijke, individuele sterfelijkheid op en is bijgevolg de ultieme zingever. 

(augustus 2009)