De oorlog tegen de Joden

De discussie rond de niet zo verstandige beslissing van Pieter De Crem om geen legerbussen meer in te zetten voor de jaarlijkse herdenkingsreis van oud-gevangenen en jongeren richting Buchenwald, leert dat het droef gesteld is met onze kennis over tweede wereldoorlog en nazi-kampen. De minister noemt de Buchenwalders oud-krijgsgevangenen (militairen dus), terwijl het politieke gevangenen waren, burgers die in een concentratiekamp werden opgesloten omwille van hun anti-fascistische overtuiging of verzet. De minister doet de jaarlijkse pelgrims- en educatieve herdenkingstocht af als een schoolreisje. Daarvoor legerbussen inzetten noemt hij zowaar oneerlijke concurrentie voor privé-busmaatschappijen. Hij haast zich om eraan toe te voegen dat hij niet tegen herdenking en vredeseducatie is, wijst op zijn recente tocht mét jongeren en per legervliegtuig, richting Auschwitz. Blijkbaar mogen tegenwoordig alleen joodse slachtoffers nog (officieel) herdacht worden, en alleen dan is er géén sprake van oneerlijke concurrentie.

De media namen het begrip "oud-krijgsgevangenen" zonder meer over, halen concentratiekampen en uitroeiingskampen door mekaar en scheren alles 'met de grove borstel' (DS, 19.2) over dezelfde holocaustkam. Buchenwald en andere concentratiekampen (Dachau, Sachsenhausen, Flossenbürg...) kunnen blijkbaar alleen nog collectief herinnerd worden als en in de mate dat ze iets met de jodenuitroeiing te maken hebben. Maar dat hadden ze maar in beperkte mate. In de jaren 1938-39, na de Kristalnacht, werden twintig- tot dertigduizend joden in Dachau en Buchenwald opgesloten om de wereld aan het verstand te brengen dat nazi-Duitsland alle joden kwijt wou en dat ze maar beter hun grenzen konden openstellen. Maar de wereld bleef wegkijken. En ook helemaal op het eind van de oorlog, toen het uitroeiingskamp Auschwitz werd ontzet door het Rode Leger, werden joodse (en andere gevangenen) als potentiële gijzelaars dieper Duitsland ingedreven en in concentratiekampen opgesloten.

Concentratiekampen werden meteen na de machtsovername van de nationaal-socialisten in 1933 opgericht om de directe politieke tegenstanders van de nazi's, voornamelijk socialisten en communisten, uit de maatschappij te lichten, te breken, herop te voeden ( Arbeit macht Freidateert uit die tijd).

Later kwamen er bij deze 'roden' (naar de kleur van hun vlag en die van de driehoek die ze in het kamp op hun gevangenispak moesten dragen) nog andere categorieën, zoals criminelen (de groenen), zigeuners, asocialen, getuigen van Jehovah, homoseksuelen... Joden kwamen toen alleen in concentratiekampen als ze anti-fascistische daden hadden gesteld, als politieke gevangenen (met een rode en gele driehoek).

De geschiedenis van de tweede wereldoorlog wordt, in navolging van wat sinds een twintigtal jaar in de VS aan de gang is, almaar joodser. Het wordt meer en meer een oorlog tegen joden, zoals de joods-Amerikaanse historica Lucy Dawidowicz al in 1975 claimde ( The war against the Jews, 1933-1945). Maar de oorlog was er geen tegen de joden, maar wel om bloed en bodem: meer land voor eigen volk, een volk dat moest gezuiverd worden. Pas in de tweede helft van 1941 beslisten de nazi's (die toen al meer dan acht jaar aan de macht waren) om de joden uit te roeien, toen alle andere middelen om ze kwijt te raken hadden gefaald. Op dat moment waren al honderdduizenden mentaal en fysiek gehandicapten (voornamelijk Duitsers) gesteriliseerd of vermoord (in de zogenaamde euthanasiecampagne), de eerste bevolkingsgroep die meedogenloos werd uitgemoord, de eerste zuivering van het Volkslichaam. Dat dit alles zonder noemenswaardig verzet gebeuren kon, had onder meer te maken met het feit dat de politieke tegenstanders van de nazi's al jarenlang opgesloten zaten, monddood of erger gemaakt waren. Niet dat de meeste anti-nazi's veel gaven om het lot van mensen in asielen en gekkenhuizen, of zelfs om joden, maar een en ander zou toch minder vlot verlopen zijn en misschien was dan wel het allerergste voorkomen.

Vroeger, in de eerste decennia na de oorlog, ging àlle aandacht naar de politieke gevangenen en in door de nazi's bezet gebied naar de tegenstelling verzet - collaboratie. Zo goed als niemand was geïnteresseerd in het lot van joden, zigeuners of andere nazi-slachtoffers. Dat was fout. Sinds ongeveer dertig jaar gaat in de VS, onder sterke joodse druk en om hoofdzakelijk politieke redenen, zo goed als alle aandacht naar joodse slachtoffers, de geamerikaniseerde versie van de jodenmoord: de Holocaust. In die mate zelfs dat de toenmalige directeur van het United States Holocaust Memorial and Museum in Washington, Michael Berenbaum, zich op een bepaald moment verplicht zag om erop te wijzen dat er ook andere slachtoffers waren ( A mosaic of victims ). Dit proces is nu ook in Europa bezig, amerikanisering en verjoodsing van de tweede wereldoorlog. Andere dan joodse gevangenen en al helemaal de massaal vermoorde gehandicapten vallen uit de boot, passen niet langer in een opnieuw politiek verkleurde collectieve herinnering.

Verschenen in De Standaard, 22 februari 2008