Darwin for president!

Het is me wat, die Darwineuforie. De kritische zin lijkt weg. De 'Onbekende Darwin' (De Morgen, 11.2) is voor een stuk een mythische Darwin. Iemand die niets moest weten van verschrikkingen als eugenetica en sociaaldarwinisme, een gedachtegoed dat pas na hem werd ontwikkeld.

Plato, Thomas Morus, Tommaso Campanella en vele anderen waren al lang voordien bezig met menselijke teeltkeuze. Rond 1800 verkondigde Malthus sociaaldarwinistische ideeën (avant la lettre) waar Charles Darwin later inspiratie uit putte. Maar met de publicatie van On the origin of specieskwam er een stroomversnelling. Velen vreesden dat net nu het principe, de motor van de evolutie ontdekt was - de natuurlijke selectie - de evolutie tot stilstand was gekomen. Dat kwam door de beschaving. De mens, stelde onder meer Alfred Russel Wallace (die tegelijk met Darwin de evolutietheorie formuleerde), is uit de greep van de natuurlijke selectie geraakt. Geneeskunde, liefdadigheid en welzijnszorg hebben de strijd om het bestaan afgezwakt. Zwakke, ziekelijke en onaangepaste mensen blijven niet alleen in leven, ze planten zich ook voort en ze doen dat veel sneller dan de sterke en wel aan de beschaving aangepaste mensen. De natuurlijke selectie heeft plaats gemaakt voor contraselectie. De slechtsten halen het, beschaving leidt tot evolutionaire stilstand, tot degeneratie.

Degeneratiedenken was niet nieuw en hield verband met problemen en angsten ontstaan door industriële revolutie, verstedelijking en overbevolking. Met de evolutietheorie, in feite een optimistische vooruitgangstheorie of -ideologie (we evolueren niet zomaar, maar in de goede richting), en de vrees dat de evolutie stilgevallen was, nam het alarmisme toe.

Sociaaldarwinisten wilden de natuurlijke selectie in ere herstellen door overdreven armen- en ziekenzorg af te schaffen. Eugenetici wilden aan de mens sleutelen door zijn voortplanting te regelen. Enerzijds maatregelen die de vermenigvuldiging van de fitten (de beteren, de elite) stimuleren; anderzijds maatregelen die de unfit aan banden leggen (segregatie, sterilisatie).

Eugenetica was ten tijde van Darwin en lang nadien niet onredelijk, misdadig of onwetenschappelijk. Talloze denkers, artsen en kunstenaars waren voor, minstens in theorie. Ook Charles Darwin. Hij volgde alles op de voet, prees sociaaldarwinisten en eugenetici, besprak hun theorieën in The descent of man (1871). Bij de wilden, schrijft hij, worden de zwakken van lichaam of geest snel geëlimineerd; maar wij beschaafde mensen hebben dat natuurlijk eliminatieproces ongedaan gemaakt door asielen, armenwetten en geneeskunde. De beschaving zorgt ervoor dat de unfit hun soort voortzetten. "Al wie zich met het fokken van huisdieren heeft beziggehouden, weet dat dit hoogst schadelijk moet zijn voor het menselijk ras" en "met uitzondering van de mens is bijna niemand zo onwetend dat hij toestaat dat zijn slechtste dieren zich voortplanten". Maar daar is, voegt Darwin hieraan toe, weinig aan te doen. We mogen niet raken aan het nobelste deel van onze natuur, ons vermogen tot medeleven. Maar het zou toch goed zijn als de zwakken van lichaam en geest niet huwden. En gelukkig worden in geciviliseerde naties de moreel slechtste disposities steeds meer geëlimineerd. De roekelozen en gedegradeerden, die vaak ondeugdelijke leden van de maatschappij, breiden zich sneller uit dan de vooruitzienden en deugdzamen. Gelukkig ligt het sterftecijfer bij de armste stedelijke klassen hoog. Wil de mens verder vooruit gaan dan is harde strijd onontbeerlijk, alleen dan kunnen de besten boven komen drijven.

Het sociaal-darwinisme zat dus ingebakken in het darwinisme. De biologische evolutietheorie was tegelijk een sociale, politiek en morele theorie die - volkomen onbedoeld - voorzag in een biologische, wetenschappelijke legitimatie voor biopolitieke maatregelen.

De nazi's vormden eugenetica om tot rassenhygiëne, breidden sterilisatie uit tot 'euthanasie' op gehandicapten, joden en zigeuners. Toch werd de eugenetica pas eind jaren 1960, begin jaren 1970 afgezworen (door nieuwe genetische inzichten en toenemende individualisering). Eugenetica werd stukje bij beetje gedemoniseerd, integraal aan de nazi's toegeschreven.

Toch doen we vandaag meer dan ooit aan eugenetica. Bijvoorbeeld door ervoor te zorgen dat embryo's met een genetisch zware handicap niet worden geïmplanteerd. Geen staatseugenetica meer maar privé-eugenetica, bepaald door ouders en biotechnologische knowhow. Een positieve ontwikkeling, vind ik. Maar door de demonisering van eugenetica, door het gebeurde tijdens het nazi-regime als een terugval in de barbarij voor te stellen, trekken we te weinig lessen uit wat in feite een ontsporing was van onze beschaving. Dit alles en nog veel meer zet ik uiteen in De mens voorbij, een geschiedenis van de vooruitgangs- en maakbaarheidsideologie.

De Darwineuforie kent geen grenzen. De evolutietheorie wordt tot alles verklarend principe verheven: "psychologie, antropologie, sociologie, economie, geneeskunde en diverse andere disciplines (...) en ook architectuur en computerwetenschappen" kunnen alleen maar winnen bij darwinistische verklaringen en vernieuwingen (Johan Braeckman in De Morgen, 12.2). Darwin for president. Een nieuwe heilsleer. De nieuwe god wordt ook opgevoerd. Darwin kondigde in On the origin aan dat de psychologie op een nieuw fundament zal worden geplaatst. Maar andere evolutionair-psychologische theorietjes van de meester (in The Descent of Man ) blijven onvermeld. Darwin stelt bijvoorbeeld dat veel bij de vrouw op een lager stadium van beschaving wijst. Mannen halen bij alles wat ze ondernemen een eminenter niveau. Dat komt omdat de halfmenselijke voorlopers van mannen moesten vechten om de vrouwtjes. Lichamelijke kracht volstond niet. Om vijanden te mijden of succesvol te bestrijden, om wilde dieren te vangen en wapens te vervaardigen, moest je over hogere mentale vermogens beschikken, zoals observatie, rede, uitvinding en verbeelding. Zo werd de man superieur aan de vrouw.

Dat ook Darwin in eugenetica geloofde kan alleen maar betekenen dat die toen elitaire theorie zeer overtuigend was - zoals ook bepaalde theorieën hier en nu.

Gepubliceerd in De Morgen van 13.2.2009