Anne Frank

Annelies Marie Frank werd op 12 juni 1929 te Frankfurt geboren in een geassimileerd joods milieu. Kort na de machtsovername door de nazi's vluchtte de familie Frank naar Amsterdam. Otto Frank richtte er een handelszaak op. Toen midden 1942 Anne's zus Margot werd opgeroepen om voor de Duitsers te werken, doken de Franks samen met een bevriend gezin onder in het achterhuis van de Prinsengracht 263. Enkele maanden later kregen ze nog het gezelschap van een andere Duits-joodse vluchteling.

In de zomer van 1944 kreeg de Gestapo een anonieme tip en werden de acht onderduikers alsnog opgepakt. Op 3 september werden ze met het laatste transport uit doorgangskamp Westerbork naar Auschwitz gedeporteerd. Eind oktober werden de twee zusjes naar Bergen-Belsen versleept, Margot overleed begin maart 1945 aan tyfus, Anne bezweek enkele dagen later. Hun vader overleefde als enige de oorlog.

Voor haar dertiende verjaardag had Anne van hem een dagboek gekregen. Dat werd haar steun en toeverlaat. In brieven aan een denkbeeldige vriendin Kitty doet ze verslag over haar persoonlijke ontwikkeling en over het dagelijkse leven in de beslotenheid van het achterhuis. Een leven vol ontbering, angst en hoop, wrijvingen en kortstondige vreugdes. Anne voelde zich als een vogel wiens vleugels met geweld waren uitgerukt en die in het donker tegen de tralies van een kleine kooi opvloog. Haar innerlijk schreeuwde "naar buiten, lucht en lachen".

Eind maart 1944 vernam Anne via de clandestiene radio "dat er na de oorlog een inzameling van dagboeken en brieven van deze oorlog zou worden gehouden. Natuurlijk stormden ze allemaal direct op mijn dagboek af. Stel je eens voor hoe interessant het zou zijn als ik een roman van het Achterhuis zou uitgeven. Aan de titel alleen al zouden de mensen denken dat het een detectiveroman was". Met dat doel voor ogen herschreef ze bepaalde delen van haar dagboek. Ze droomde ervan journaliste, een beroemd schrijfster te worden. De rijpheid en menselijke bewogenheid van Anne's denken vallen sterk op. Haar openheid maakt inleving mogelijk, jongeren herkennen zich in haar zoektocht naar identiteit, de ontluikende seksualiteit en de familiale conflicten.

Het Achterhuiswerd in 1947 voor het eerst gepubliceerd in een lichtjes door Otto Frank bewerkte versie. Hij liet enkele volgens hem te persoonlijke en kwetsende passages weg. Vijftig jaar later is het boek in meer dan vijftig talen vertaald, na de bijbel het meest verkochte boek. Anne's wens om "ook na haar dood voort te leven" is in vervulling gegaan.

Van bij het begin past iedereen Anne en haar dagboek een beetje aan de eigen behoeften aan. Haar vader wou dat ze een universele les van verdraagzaamheid bracht, breder dus dan alleen maar tegen het antisemitisme. Anderen gebruiken haar voor een les in joodse identiteit, joden leren hoe een goede jood te zijn. Dat wou ook Meyer Levin, een Amerikaans journalist die door Anne's dagboek geobsedeerd geraakte. Hij zocht haar vader op en schreef een toneelbe­wer­king. Daarin werd Anne heel wat joodser afgebeeld dan ze in werkelijkheid was. Otto Frank wees het stuk af. De bewerking van het echtpaar Hackett-Goodrich, scenaristen van de succesvolle Hollywoodproductie It's a wonderful life, viel wel in zijn smaak. Zij amerikaniseerden Anne, maakten haar minder joods en legden haar uitspraken in de mond zoals "wij [joden] zijn niet het enige volk dat moet lijden".

Anne en haar dagboek zijn hét symbool geworden van jodenvervolging en -uitroeiing. Geen wonder dat  Holocaustontkenners ze verdacht proberen te maken. Ze maken daarbij op demagogische wijze misbruik van Anne's herschrijvingen en de wijzigingen die haar vader aanbracht. Sommige ontkenners beweren zelfs dat Anne nooit bestaan heeft. Om deze waanzin te weerleggen spoorde Simon Wiesenthal de politieman op die de Franks gearresteerd had, de Oostenrijker Karl Silberbauer.

De Anne Frank Stichting ontvangt nog steeds brieven van mensen die menen Anne Frank gezien te hebben. De joods-Amerikaanse schrijver Philip Roth bracht haar in De ghostwriter weer tot leven. De hoofdfiguur in die roman, Zuckerman, is een jong schrijver die volgens zijn familie en omgeving geloof en volk verloochent door in zijn romans weinig vleiende 'joodse types' neer te zetten. Op zijn vraag wat 'jood-zijn' dan wel betekent, krijgt hij de raad het toneelstuk Het dagboek van Anne Frank te gaan zien. Als je niets over jood-zijn weet, leer dan Anne Frank kennen; hét symbool van joodsheid en Holocaust. Zuckerman gebruikt zijn levendige fantasie dan maar om jood te worden. Hij wordt verliefd op een vrouw die Anne Frank moet zijn. De vraag van zijn ouders of zijn toekomstige wel joods is, beantwoordt hij met: "Anne Frank!". Authentiek jood worden door met de gesymboliseerde Holocaust te huwen...                                                                                                                         

Gepubliceerd in Telepro, augustus 1998